Beste,
Wij zitten naar met een enorm probleem.
In 2004 starten wij met de bouw van onze woning. Hiervoor kregen wij uiteraard een bouwvergunning. In deze bouwvergunning of anders gezegd in de bouwschriften van de gemeente staat vermeldt dat wij max 50 cm mochten ophopen.
Uiteraard hebben wij dit in de loop van het bouwproces ook zo uitgevoerd. Zoniet, zou ons perceel lager liggen dan ons buren.
Nu ligt er naast ons perceel aansluitend een gracht. Er is geen sprake van erfdienstopvolging.
In 2005 begon die in te kalven. Dit zorgde ervoor dat de grond van ons perceel ook zou kunnen mee te verzakken. We hadden ook plannen om onze inrit te voorzien van
dolomietsteentjes en om een afsluiting te plaatsen.
Wij hebben toen contact op genomen met de watering en de gemeente. De Watering wijt de inkalving aan het feit dat wij opgehoogd. Ze hebben ons toen het advies gegeven om de waterkant ofwel met schranskorven te verstevigen ofwel met asobe in combinatie met houten paaltjes.
Zowel de watering als de gemeente wenste geen stappen te ondernemen om zelf de waterkant te verstevigen gezien het advies van de watering.
Om toekomstige schade aan ons perceel te vermijden hebben we op eigen kosten gekozen om de waterkant te versteviging via vlechtschotten en paaltjes.
Nu sinds half 2008 begint de waterkant terug te verzakken en een dijkbreuk zit er elk moment aan te komen. We hebben de gracht al zelf gestut om erger te vermijden maar nu dreigt hij ergens anders te gaan verzakken.
We hebben de meermaals gemeld via de gemeente en deze hebben op hun beurt terug contact opgenomen met de Watering.
Op 18.12.2008 wijst de Watering er op dat wij verantwoordelijk zijn voor de gracht en dat wij destijds hun advies niet gevolgd hebben. De vlechtschotten en paaltjes zouden niet volgens de regels van de kunst zouden geplaatst zijn.
Zij wijzen op het feit dat de andere zijde van de gracht nog intact is. En dat de verhoging van ons perceel de schade heeft aangericht.
Eind december 2008 zijn we nog naar de burgemeester geweest om ons probleem aan te kaarten.
Gevolg dat dit probleem morgen op het schepen college zal besproken worden. Er wordt gevraagd of zij wensen tussen te komen in de kosten? Dit via hun werkingskosten onderhoud waterlopen. Het plaatsen van de schranskorven wordt geschat op minimum 7500 euro.
Wij zelf hebben hiervoor niet de financiële middelen op de te betalen.
Nu vragen wij ons een aantal dingen af.
Destijds toen wij begonnen te bouwen lag het begin van de waterkant op ons perceel. Dit was ongeveer een 20 à 30 tal cm. We hebben dit toen gedoogd omdat we er geen nadeel van hadden.
Kunnen we eisen dat deze niet op ons perceel mag liggen? Natuurlijk gaan zij dit wijten aan de inkalving. MAAR op de plaatsen waar de gracht nog intact is het duidelijk te zien dat hij (vroeger al) op ons perceel ligt.
De aansprakelijkheid die de watering bij ons legt is deze terecht?
We hebben toch een bouwvergunning gekregen en waarin stond dat we mochten ophogen. Er stond niet bij vermeld dat als we naast een gracht lagen dat deze verhoging niet wordt toegestaan.
Wie is er nu aansprakelijk? Wij (door de verhoging), de gemeente (door hun goedkeuring ophoging max 50 cm), de Watering (die met hun gracht op ons perceel ligt)?
Kunnen we voor dergelijk probleem proberen ons woningpolis aan te spreken?
Om dit in proces te gaan trekken lijkt mij beter van niet gezien dat er wij dan gaan geconfronteerd worden met hoge gerechtskosten? (deskundigen die moeten aangesproken worden, enz)
Als we dan op een uitspraak moeten gaan wachten dan zal er nog veel meer schade zijn.
Wat zou u doen als u in ons plaats was?
Alvast bedankt voor uw advies
Met vriendelijke groeten
Anne