Pagina 1 van 1
Recht van doorgang
Geplaatst: 09 mar 2021 20:50
door RGARR
We bezitten een perceel waar een erfdienstbaarheid op rust met name recht van doorgang. Initieel was het de bedoeling dat de eigenaar van zijn woning naar een ander perceel bouwgrond kon gaan voor onderhoudswerken etc. Nu is deze eigenaar gescheiden en is de woning in het bezit van zijn ex-partner en het perceel bouwgrond in zijn bezit. Toch wil deze persoon de erfdienstbaarheid niet afschaffen. De notaris durft er zich niet over uitspreken en is het zelf niet zeker als de erfdienstbaarheid komt te vervallen. De letterlijke tekst is: “er zal een recht van doorgang worden gevestigd alover een strook van 2 meter, rechts achteraan lot 8, gezien vanaf de x-straat, dewelke toegang verschaft van het lot y-straat naar lot 7 en omgekeerd, thans eigendom van de verkopers. Dit recht van doorgang zal ophouden te bestaan van zodra de verkopers en/of hun erfgenamen hiervan geen eigenaars meer zijn. “
Dus nu de vraag vervalt dit in geval van scheiding en zijn kinderen automatisch erfgenamen?
Re: Recht van doorgang
Geplaatst: 09 mar 2021 21:00
door Thomas Morus
Lijkt me nochtans duidelijk. Er staat toch niet dat het vervalt bij scheiding? Hun burgerlijke staat is dus irrelevant.
En ja, kinderen zijn altijd en automatisch erfgenaam.
Re: Recht van doorgang
Geplaatst: 10 mar 2021 19:42
door RGARR
Bedankt voor de reactie. De notaris kon me geen duidelijk antwoord geven en sprak over de geest en de letter van de wet. Daar beide eigenaars de toegang tot elkaars perceel ontzeggen zie ik het nut van deze doorgang niet in . Is er een manier om een erfdienstbaarheid te betwisten?
Re: Recht van doorgang
Geplaatst: 10 mar 2021 19:48
door Thomas Morus
" Dit recht van doorgang zal ophouden te bestaan van zodra de verkopers en/of hun erfgenamen hiervan geen eigenaars meer zijn. “
Ik lees alleszins niet dat een gebrek aan verstandhouding of een wijziging van de huwelijkse staat tussen de eigenaars van aard is om het recht van doorgang op te heffen. Er staat ontegensprekelijk "zolang zij of hun erfgenamen eigenaars zijn".
Dat lijkt me als gegoten in beton.
Het is duidelijk: Zodra één van de twee percelen aan een derde wordt verkocht stopt het recht van doorgang, maar niet eerder. Trouwens, de clausule in de akte beschermt ook nog de rechten van hun erfgenamen-kinderen.
Zowel de geest als de letter van de clausule zijn m.i. kristalhelder.