Ik heb recent een perceel grond gekocht, het perceel is gelegen op het einde ( doodlopend op mijn perceel ) van een onverharde weg.
Een 4 tal andere buurtbewoners gebruiken eveneens dezelfde onverharde weg om toegang te verschaffen tot hun woning. Het is een onverharde weg die over de verschillende percelen van de buren loopt maar waar duidelijk het "recht van uitweg" op rust vermits dit de enige toegang is.
Een achterbuur die een straat verder woont, met een eigen oprit via een verharde straat, maakt gebruik van mijn perceel om zijn wagen te stallen en heeft zelfs een poort gezet achteraan de tuin ( op de grens met mijn perceel voor alle duidelijkheid) om zo langs mijn perceel binnen te rijden. Dit valt volgens mij buiten het " recht van uitweg"
De achterbuur beweert dat de onverharde weg ( groene kleur op de kaart) , een gemeenschappelijke weg is en dat hij hier ook gebruik van mag maken.Vooral dus het laatste deel van de weg.
Voor de volledigheid van mijn situatie wil ik ook nog vermelden dat er een niet gebruikte garagebox op mijn perceel staat waar de achterbuur zijn wagen vlak voor zet.
Volgens mijn standpunt heeft hij geen recht van spreken en mag hij zonder toelating of huurovereenkomst niet op mijn perceel parkeren. Hij staat overigens nog eens voor een garagebox( al dan niet in gebruik)
Hij lijkt voor geen rede vatbaar dus ik zou graag wat advies inwinnen, op welke grondslag ik mijn debat met hem kan aangaan alvorens ik hier eventuele verdere stappen in doe, wat ik absoluut wil vermijden.
Alvast bedankt voor uw advies.
Legende kaartje:
Rood = mijn perceel
Groen = onverharde weg over alle percelen
Paars = perceel achterbuur