Deze vraag betreft een reeks van 25 garageboxen die gebruikmaken van een gemeenschappelijke oprit.
Een van de eigenaars, wiens garage verbonden is met zijn tuin, is enkele weken geleden begonnen met ingrijpende werkzaamheden aan zijn woning. Voor de aan- en afvoer van bouwmaterialen en -afval maakt hij voortdurend gebruik van zijn garage, waardoor het volledige verkeer — inclusief zware vrachtwagens — over onze gemeenschappelijke oprit verloopt.
Dit veroorzaakt niet alleen aanzienlijke hinder voor de andere mede-eigenaars, maar roept ook ernstige zorgen op over de staat van de oprit, die bestaat uit een dun beton en niet ontworpen is voor voertuigen van tientallen tonnen. Inmiddels zijn er al nieuwe scheuren ontstaan in het beton, vermoedelijk als gevolg van deze intensieve belasting.
De syndicus, die zelf mede-eigenaar is, heeft de betrokken eigenaar hierover aangesproken. Deze man, zelf advocaat, reageert laconiek: “Ik weet wat mijn rechten zijn. Als mede-eigenaar mag ik de gemeenschappelijke delen gebruiken, ook voor privéwerken. De statuten verbieden dit niet en er is geen huishoudelijk reglement. Als er schade is aan de gemeenschappelijke delen, moet maar bewezen worden dat ik daarvoor aansprakelijk ben.”
Bovendien dreigt hij met gerechtelijke stappen als we het werfverkeer de toegang zouden ontzeggen.
Als mede-eigenaar weet hij dat de VME geen middelen heeft om een proces te betalen en weet hij dat we nooit kunnen bewijzen dat de barsten in het beton nieuw zijn...
Hij beloofde wel dat nu de afbraak voorbij is en alle materialen geleverd zijn, er geen zware vrachtwagens meer over onze weg zouden komen. Ik weet niet of ik hem moet geloven, maar het kwaad is nu al geschied...
Klopt het wat hij beweert?
Alle adviezen en ervaringen hierover worden zeer gewaardeerd. Bedankt !