#2 , 15 jan 2021 23:58
Beste ,
Zonder de plaatselijke situatie te kennen , en voortgaand op uw beschrijving , lijkt het mij hier eventueel te gaan om wat in de rechtsleer wel eens een " losweg " genoemd word . ( vandaar de vermelding " recht van los en rede " ) .
Dit is een historisch begrip ( daterend van lang voor Napoleon ) die niet letterlijk in wetteksten staat , maar wel eens durft voor te komen in bepaalde rechtbank arresten . of in juridische artikelen in gespecialiseerde tijdschriften .
Ten gronde zou dit betekenen ( om de historische context van een losweg te situeren ) :
" Een relatief smalle weg , liggend op de randen van verschillende percelen , dienstig om deze percelen te bereiken , INDIEN deze percelen geen andere toegang hebben tot de openbare weg ; en WAARBIJ de afzonderlijke aangelanden een akkoord bereiken van doorgang , met ALS GEVOLG dat alle aangelanden ( uitgezonderd het verste perceel ) mede-eigenaar worden van deze weg , al naargelang de weg paalt aan hun erf " .
Dit is het principe die juridisch aanvaard word , en ook alleen maar gaat over het recht van doorgang , en eigenaarschap .
Verdere juridische consequenties zijn daar niet aan verbonden ( zoals uw vraag " wie bepaald hoe die weg onderhouden word /rechten en plichten " ) .
Met deze historische context in gedachte , komen we dan bij de concrete wetgeving , zoals beschreven in het Burgerlijk Wetboek ( weliswaar daterend van 1804 , maar overgenomen door het jonge Koninkrijk Belgie , en tot op heden nog steeds geldig ) .
Het voorgaande principe word hierin geconcretiseerd in TITEL IV. - ERFDIENSTBAARHEDEN OF GRONDLASTEN.
Wat voor u van toepassing zou kunnen zijn :
Art. 686. Eigenaars mogen op hun eigendommen of ten voordele van hun eigendommen zodanige erfdienstbaarheden vestigen als zij goedvinden, mits echter de gevestigde dienstbaarheden noch aan een persoon, noch ten voordele van een persoon, maar slechts aan een erf en ten behoeve van een erf worden opgelegd, en mits deze dienstbaarheden overigens niet met de openbare orde strijdig zijn.
Gebruik en omvang van de aldus gevestigde erfdienstbaarheden worden geregeld door de titel die deze vestigt;
Een titel is wat vermeld staat in de notariele akte .
Wat u dus hebt is een eigendom , namelijk een garage , waarbij de eigenaar van een ander perceel een "toegangsrecht " gegeven heeft aan de garage eigenaars . Dit toegangsrecht word meegenomen bij iedere verkoop of aankoop . ( dus voor alle betrokken partijen ) in de notariele akte .
Art. 690. Voortdurende zichtbare erfdienstbaarheden worden verkregen door een titel of door dertigjarig bezit.
Het speelt dus geen rol wie de oorspronkelijke eigenaar was ( kan dus héél ver terug gaan in de tijd ) , alsdat iedere nieuwe eigenaar van die weg het vastgelegde toegangsrecht moet blijven respecteren .
Een nabuur die een erfdienstbaarheid toegestaan heeft / verschuldigd is , is het " lijdend erf " , en diegenen die er gebruik van maken zijn het " heersend erf "
Art. 637. Een erfdienstbaarheid is een last op een erf gelegd tot gebruik en tot nut van een erf dat aan een andere eigenaar toebehoort.
Over het gebruik van de erfdienstbaarheid ( niet het bezit , die ontegensprekelijk is , gezien de notariele akte ) bestaat evenwel verwarrende wetgeving , of op zijn minst geen duidelijkheid . Wat mogelijk de oorzaak kan zijn dat eerdere pogingen van de garage eigenaren op niets zijn uitgedraaid .
AFDELING III. - RECHTEN VAN DE EIGENAAR VAN HET ERF WAARAAN DE ERFDIENSTBAARHEID VERSCHULDIGD IS.
Voorafgaand aan artikel 702 zijn 5 artikelen die over de rechten gaan van diegene die een erfdienstbaarheid toegestaan heeft . Zoals : " heeft het recht alle werken uit te voeren die nodig zijn voor het gebruik en het behoud van die erfdienstbaarheid." .
Deze artikelen gaan allemaal over rechten , maar niet over plichten . ( dus hier niet van toepassing ) .
Art. 702. Anderzijds mag hij die een recht van erfdienstbaarheid heeft, daarvan slechts gebruik maken overeenkomstig zijn titel, zonder aan het dienstbare erf of aan het heersende erf een verandering te mogen aanbrengen waardoor de toestand van het eerstgenoemde zou worden verzwaard.
Artikel 702 is dus wel van toepassing op de verenigde eigenaren van de garages , die " geen veranderingen mogen aanbrengen ( waardoor de staat van de erfdienstbaarheid zou worden verzwaard ) "
Vraag is hier : wat wordt al of niet bedoeld met "zou worden verzwaard " ? En daar heb ik ook geen antwoord op .
Anderzijds is er dan weer een ander artikel , die stelt :
Art. 696. Wanneer men een erfdienstbaarheid vestigt, wordt men geacht alles toe te staan wat voor het gebruik daarvan nodig is.
Zo omvat de erfdienstbaarheid om water te putten uit de bron van een ander, noodzakelijk een recht van overgang.
Hier word geacht " alles toe te staan wat voor het gebruik van de " toegangsweg " nodig is . "
Moet dit breder geinterpreteerd worden dan alleen maar " het recht van overgang " zondermeer , of kan dit doorgetrokken worden naar " alles toestaan wat nodig is voor het hedendaags gebruik er van " ? ( Ik heb er andermaal geen definitief antwoord op ) .
Het zal dus inderdaad niet eenvoudig zijn .
Voor oudere aktes , of geschriften kunt u terecht bij een notaris of het "kadaster " ( of historische archiefbronnen )
Geschillen moeten voor gebracht worden bij een vrederechter .
Mogelijks zijn er " precedent " vonnissen die concreet een dergelijk geval beschrijven , en mogelijks heeft iemand anders er weet van .
Maar in principe kan iedere vrederechter aan die wetteksten een eigen interpretatie geven .
Let wel ; dat niets in de wetgeving er op duid dat de eigenaar van de weg enige verplichting zou hebben om " verbeteringen " aan te brengen aan die weg .
Wat een wet interessant maakt ,
is wat er in die wet , niet in staat .