#3 , 24 jan 2017 12:57
Dank voor uw antwoord. Maar ik vond nog het volgende terug:
'Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat niemand verplicht is in onverdeeldheid te blijven. De onverdeeldheid kan bezwaarlijk als een gunstige toestand bestempeld worden: zij bemoeilijkt de vrije beschikking van de goederen en belet er het goede beheer van. Inderdaad, elke beslissing betreffende het onverdeeld goed, vergt de toestemming van alle mede-eigenaars. Daarom ook bepaalde de wetgever dat deze ongunstige toestand aan niemand kan opgelegd worden. Indien de toestand van mede-eigendom gewild is, dus dat de mede-eigenaars de wil hadden om samen iets te bezitten, is de situatie helemaal anders. Met het arrest van 20 september 2013 besliste het Hof van Cassatie dat artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is op de vrijwillige mede-eigendom. Aangezien er hier sprake is van een gewilde situatie, kunnen de mede-eigenaars de verdeling niet eisen.'
Is een aankoop van een eigendom vrijwillig? Dus een vrijwillige mede-eigendom.
En kan de verkoop dan niet geëist worden?
Mvg