Rb. Brussel, 28 februari 2008, Res Jur.Imm. 2008, afl. 3, 220
Huur voor drie jaar, voortijdig opgezegd door de verhuurder met het motief : moeder gaat het appartement bewonen. Huurder verlaat het appartement en vordert daarna schadevergoeding.
Oordeel van de rechtbank: de opzeg was nietig, maar dit is een relatieve nietigheid die enkel door de huurder kan ingeroepen worden. Het geven van een nietige opzeg is een contractuele fout van de verhuurder, die hiervoor schadevergoeding moet betalen. De rechtbank kent ex aequo et bono een schadevergoeding toe van 1.264,26 euro + 90 euro. De verhuiskosten kunnen als dusdanig niet teruggevorderd worden, het betreft immers kosten die hoe dan ook anders twee jaar later toch gemaakt hadden moeten worden.
Het verschil tussen de uitspraak in 2008 en de feiten in casu is m.i. dat er destijds duidelijk werd aangegeven dat het pand zal worden verlaten, maar een schadevergoeding zal worden geëist. M.a.w. heeft men de geldigheid van de opzeg meteen geprotesteerd!
Zoals de Rechtbank aangeeft is de nietigheid van de opzeg relatief en kan de huurder kiezen of hij er zich al dan niet op beroept. Ik meen dat de verhuurder in deze zaak zal inroepen dat wanneer men het pand verlaat zonder enig protest, men verzaakt aan de relatieve nietigheid en dus instemt met de opzeg.
Pas maanden nadien toch nog een schadevergoeding eisen zal moeilijk verdedigbaar zijn.