Voor de belangeloze, ‘kosteloze’ borgstelling gelden echter bijzondere regels. De wet op de kosteloze borgstelling van 3 juni 2007 is van kracht sinds 1 december 2007. De wetgever wou een betere bescherming geven aan de natuurlijke persoon die zich kosteloos borg stelt om louter emotionele / belangeloze redenen.
Artikel 2043bis B.W. omschrijft het toepassingsgebied van de wet op de kosteloze borgstelling.
De wet is enkel van toepassing als het gaat om een borgstelling door een natuurlijke persoon.
Het moet gaan om een ‘kosteloze’ borgstelling, dit wil zeggen dat de borg geen enkel economisch voordeel mag hebben door zich borg te stellen, zowel rechtstreeks als indirect.
De verhuurder moet beroepsmatig verhuren.
Indien de wet op de kosteloze borgstelling van toepassing is, zullen bepaalde vormvoorschriften nageleefd moeten worden:
de kosteloze borgtocht moet het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke, van de hoofdovereenkomst onderscheiden, schriftelijke overeenkomst.
In de borgstellingsovereenkomst moet de borgsteller eigenhandig volgende clausule schrijven:
“Door me borg te stellen voor ................... voor de som beperkt tot ............... (in cijfers) als dekking van de betaling van de hoofdsom en interesten voor een duur van .................. verbind ik me ertoe aan de schuldeiser van .................... de verschuldigde sommen terug te betalen op mijn goederen en inkomsten, en in de mate dat, ............. er niet zelf aan heeft voldaan.”
Bron:
http://www.cibweb.be/nieuws/borgstellin ... moet-weten
Kennis is nog geen wijsheid, dit komt door de jaren.