@Sloeberken
Neen, hij heeft me gebelt.
@Vandebos
Dus toch de kans dat we de schade wat kunnen beperken.
Maar stel dat hijl 3 maanden wil betalen. Mochten we ondertussen een andere huurder vinden ,moeten we wel die maanden wachten.
neen, u vraagt in het schrijven immers het gedeelte schadevergoeding, niet het respecteren van een opzeg waar hij er effectief nog drie maand van gebruik zou kunnen maken..
Wat betreft het type van contract maakt het in feite weinig uit:
- De huurder heeft de overeenkomst verbroken.
- Bij een negenjarig contract zou hij drie maand opzeg moeten geven en drie maand schadevergoeding betalen.
- Bij een contract van bepaalde duur zijn er noch voor de huurder, noch voor de verhuurder opzegmogelijkheden bij wet voorzien. Indien het dan toch tot een eenzijdige breuk komt verkiezen veel vrederechters ervoor naar analogie van de opzegmogelijkheden in de negenjarige wetgeving te handelen in plaats van bij vonnis het verplichte gebruik van het pand gedurende de contractueel bepaalde looptijd te vellen. (de klassieke gulden middenweg...)
Bovendien zijn er op dit ogenblik enkel mondelinge afspraken, bij twijfel of duidelijkheid stelt art 3§1 woninghuurwet zeer duidelijk:
Art. 3. Duur van de huurovereenkomst.
§ 1. Elke huurovereenkomst bedoeld in artikel 1 wordt geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar.
De huurovereenkomst eindigt na het verstrijken van een periode van negen jaar indien ten minste zes maanden voor de vervaldag door één van beide partijen een opzegging wordt betekend.
Indien binnen deze termijn geen opzegging wordt betekend, wordt de huurovereenkomst telkens onder dezelfde voorwaarden voor een duur van drie jaar verlengd.
Gelet op deze punten en het feit dat de overeenkomst niet wordt gerespecteerd voor deze zelfs van kracht wordt zou ik in een dergelijk steeds proberen de zaak in der minne te regelen met drie maand schadevergoeding zodat wanneer ik toch verplicht wordt de zaak voor de vrederechter te brengen ik dat kan aantonen en slechts vanwege volharding in de boosheid van de gedaagde partij uiteindelijk heb besloten op mijn strepen te staan en het volle pond van schadevergoeding te eisen waar ik volgens jurisprudentie recht op heb.