#2 , 10 aug 2013 08:56
“Art.10.Waarborg. § 1. Indien...de huurder om de naleving van zijn verplichtingen te waarborgen, een van de in het volgende lid bepaalde vormen van waarborgen verstrekt, mag die niet meer bedragen dan het bedrag dat gelijk is aan 2 of 3 maanden huur, afhankelijk van de vorm van de huurwaarborg. De in het vorige lid vermelde waarborgen kunnen naar KEUZE van de HUURDER drie vormen aannemen : ofwel een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder bij een financiële instelling, ofwel een bankwaarborg die het de huurder mogelijk maakt de waarborg progressief samen te stellen, ofwel een bankwaarborg ten gevolge van een standaardcontract tussen een OCMW en een financiële instelling. Wanneer de huurder kiest voor een geïndividualiseerde rekening, mag de huurwaarborg niet meer bedragen dan een bedrag gelijk aan 2 maanden huur...Art.12.Behalve als zij er anders over beschikken, zijn de bepalingen van deze afdeling van DWINGEND recht.”(20 februari 1991 Woninghuurwet).
‘informatie verschaffen betreffende de kapitalisatiebon (tak 26) als huurwaarborg. Blijkbaar wordt dit aangewend om toch 3 maanden huurwaarborg te betalen’
Zelfs indien dit de keuze van de huurder zou zijn dan nog is een kapitalisatiebon (tak 26) geen waarborgVORM voorzien door voornoemd art.10 dat van dwingend recht is.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/