JuridischForum.be

Een geschil tussen mezelf en mijn verhuurder is voor het vredegerecht geeïndigd. Wie de schuldige is laat ik in het midden en doet hier in feite ook niet terzake.

In het vonnis wordt een afbetalingsplan goedgekeurd. Maar ... het totaal dat ik moet afkorten klopt niet. Er staat af te betalen voor de maanden xxx tot en met de maand xxx. Maar het totaalbedrag vermeld in het vonnis is een halve maand meer, dus gewoon foutief. Tevens is de wederverhuringsvergoeding - in geval ik de voorwaarden in het vonnis niet nakom - berekend op 3 maanden huur én kosten. Ik had dit al opgemerkt in het verzoekschrift en heel duidelijk gecommuniceerd naar mijn advocaat, die dit mondeling tijdens de zitting niet heeft vermeld, en dus kennelijk ook niet schriftelijk heeft neergelegd. Het vonnis is bij voorraad uitvoerbaar, wat doe ik hiermee ...?

In beroep gaan.

Doe ik. Het vonnis is "uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande welk rechtsmiddel ook, zonder borgstelling en met uitsluiting van het vermogen tot kantonnement".

Dus mijn beroep zal het huidig vonnis niet opschorten als ik het goed begrijp? En ondertussen moeten de voorwaarden in het huidige vonnis nageleefd worden, ondanks de feitelijke fouten in het vonnis?

Wat is er fout aan het vonnis :
Verzoekschrift is van de tegenpartij: die vraagt zijn schade ..
Rechter beslist en spreekt uit.
Rechter volgt uw stelling niet .... wil nog niet zeggen dat het fout is.
Maar indien niet akkoord dan kan je in beroep gaan of indien niet aanwezig ook in verzet.

Heb je inzake het 'verkeerd bedrag' er rekening mee gehouden dat dit vermoedelijk te maken heeft met (al dan niet reeds vervallen) intresten.

Staat er in het vonnis niets van een eventueel akkoord dat werd geacteerd ?

Ik heb niet fout gelezen, het af te betalen bedrag (vonnis stipuleert duidelijk tot en met de maand xxx betreffende de openstaande schuld) is eenvoudigweg fout berekend. Het is berekend tot de 15e erop, terwijl ik ook reeds de volledige huur voor betreffende maand moet betalen zoals aangegeven in vonnis. Huur moest altijd betaald worden tegen de 15e maar Rechter berekend nu voor het gemak per kalendermaand, dus ik kan best begrijpen hoe de verwarring gebeurd is. Niettemin moet het af te betalen bedrag dus een halve maand huur en kosten lager liggen. Bij het af te korten bedrag staat trouwens 'te vermeerderen met gerechtelijke intresten', dus daar ligt het hoger bedrag niet aan, het is precies op een halve maand huur en kosten te veel berekend.

Wat betreft de wederverhuringsvergoeding in geval ik de voorwaarden niet naleef is deze berekend op het bedrag bevattende 3 maand huur én kosten (dus in geval ik niet naleef zou dit toch een verschil maken van bijna 200 euro x 3). Dit betreft een nalatigheid van mijn advocaat, want ik had dit n.a.v. het verzoekschrift duidelijk naar hem gecommuniceerd. (maar ja, je kent dat he, eenvoudig zaakje voor huurgeschil en dan gaat alles vlug vlug)

Tevens is de RPV voor de tegenpartij bepaald op het minimum. Het af te korten bedrag ligt net onder de 2500€, en zou nu dus in beroep nog verlaagd moeten worden. De RPV werd daarentegen in het vonnis begroot op 412,5€, terwijl dit 220€ zou moeten zijn als ik mij niet vergis?

Om al deze redenen heb ik mijn advocaat opdracht gegeven beroep aan te tekenen.