Laat me hier toch even voor alle duidelijkheid stellen dat volgens mij Art. 1724 hier in het geheel niet van toepassing is. Het gaat hier niet over de soort hinder of ongemakken door de wetgever "bedoeld" (en ik meen eerlijk gezegd dat een vrederechter dat ook zo zal zien) in het art 1724, die de huurder dient te gedogen. De wetgever heeft hier met art 1724 hinder tgv werken bedoeld (stof, lawaai etc...). Hier betreft het een onderdeel dat niet tijdig kan geleverd worden "om welke reden dan ook" en waardoor de huurder geen verwarming had. Onder bepaalde omstandigheden en op eigen risico * kan de huurder dan "of" een drukkingsmiddel toepassen zoals het inhouden tot het betalen van een gedeelte van de kosten en in mindere mate een gedeelte van de huur, "of" hij kan een schadevergoeding vragen aan de VR. Uiteindelijk beslist de VR hierover of deze inhouding al dan niet gerechtvaardigd was en kan hij erover beslissen om een gedeelte of het geheel van die inhouding goed te keuren.“Art.1724. Burgerlijk wetboek:
Indien het verhuurde goed gedurende de huurtijd dringende herstellingen nodig heeft, die niet tot na het eindigen van de huur kunnen worden uitgesteld, moet de huurder die gedogen, welke ongemakken hem daardoor ook mochten worden veroorzaakt, en al zou hij gedurende de herstellingen het genot van een gedeelte van het verhuurde goed moeten derven. Indien echter die herstellingen langer dan veertig dagen duren, wordt de huurprijs verminderd naar evenredigheid van de tijd en van het gedeelte van het verhuurde goed waarvan hij het genot heeft moeten derven.
Indien de herstellingen van dien aard zijn dat hetgeen noodzakelijk is voor de huisvesting van de huurder en van zijn gezin, daardoor onbewoonbaar wordt, kan hij de huur doen ontbinden.” Ik vermoed dat dit geen 40 dagen heeft geduurd? Huurder dient aldus de volledige huur te betalen.
Cass. 2 november 1995Overwegende dat, in een wederkerige overeenkomst, de partij tegen wie een rechtsvordering tot uitvoering van haar verbintenissen is ingesteld, indien zij bewijst dat haar medecontractant zelf in gebreke is gebleven zijn verbintenissen met betrekking tot die overeenkomst uit te voeren, zich wegens de onderlinge afhankelijkheid van hun wederkerige verbintenissen kan beroepen op de exceptie van niet-uitvoering en vermag te vorderen dat de uitvoering van haar verbintenissen wordt opgeschort;
Dat het algemeen rechtsbeginsel van de exceptie van niet-uitvoering toelaat dat de contractant, zonder tussenkomst van de rechter, overgaat tot het opschorten van de uitvoering van de eigen verbintenissen
jura falconis, jg 39, 2002-2003, nr 2, p. 169-226Wanneer de verhuurder dus de verplichtingen die voortvloeien uit het aangaan van een huurcontract niet, of niet op behoorlijke wijze nakomt, kan de huurder zich beroepen op de enac.
--> Niet zonder verwarming gezeten.Ondertussen heeft ze wel niet zonder verwarming gezeten want mijn man heeft de huurder regelmatig gecontacteerd omdat deze niet zonder verwarming zou zitten.
--> Wel zonder verwarming?Dit om reden dat deze zonder vuur zat en omdat deze hierdoor gestresseerd raakt.
Hij of zij die geen fouten durft maken of voor zijn of haar mening durft uit te komen zal nooit bijleren. Welkom bij de faalbare mensheid..Ik ben nog een groentje héNog in volle overtuiging dat rechters de wetten enkel toepassen, niet maken. Iudicis est ius dicere, non dare.
Heb zelf nog maar eenmaal voor de rechter gestaan en die heeft in elk geval de wet toegepast zoals het hoort. Dus ik blijf er nog even in geloven, tegen beter weten in.