hmm eerst een klein correctie:
§ 3. Bij het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige periode kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan weder op te bouwen, te verbouwen of te renoveren, op voorwaarde dat die werkzaamheden :
- worden uitgevoerd met eerbiediging van de bestemming van het goed die voortvloeit uit de wets- en verordeningsbepalingen inzake stedebouw;
- worden uitgevoerd aan het door de huurder bewoonde gedeelte en
- meer kosten dan drie jaar huur van het verhuurde goed ofwel, indien het gebouw waarin dit goed gelegen is uit verscheidene verhuurde woningen bestaat die aan dezelfde verhuurder toebehoren en die van de werkzaamheden ongerief hebben, meer kosten dan twee jaar huur voor al die woningen samen.
(Met het oog op het goede verloop van de werken kan de verhuurder van verscheidene woningen in eenzelfde gebouw te allen tijde verscheidene huurovereenkomsten beëindigen, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, voor zover de huurovereenkomst niet tijdens het eerste jaar wordt opgezegd.) <W 1997-04-13/43, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
De verhuurder moet aan de huurder kennis geven van, ofwel de hem verleende bouwvergunning, of een omstandig bestek, of een beschrijving van de werkzaamheden samen met een gedetailleerde kostenraming, of een aannemingsovereenkomst.
(De werken moeten worden aangevat binnen zes maanden en worden beëindigd binnen vierentwintig maanden na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder of, in geval van verlenging, na de teruggave van het goed door de huurder.) <W 1997-04-13/43, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
Indien de verhuurder, zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de werken niet uitvoert, heeft de huurder recht op een vergoeding die gelijk is aan achttien maanden huur.
Op verzoek van de huurder is de verhuurder verplicht hem kosteloos de documenten mede te delen waaruit blijkt dat de werken overeenkomstig de bij deze paragraaf gestelde voorwaarden zijn uitgevoerd.
De partijen kunnen evenwel overeenkomen om de mogelijkheid van vroegtijdige beëindiging uit te sluiten of te beperken.
Indien het gebouw meerdere wooneenheden bevat hoeft de eigenaar het einde van de driejarige periode niet af te wachten, doch dit doet in feite niet ter zake. Het is immers de oude verhuurder die een fout heeft begaan, het schenden van een contractueel beding in het compromis. Dit nadat hij in feite het pand reeds verkocht heeft, een compromis wordt immers als een verkoop beschouwd waarvan de definitieve handelingen nog niet zijn afgerond. De oude eigenaar heeft je dus wat verhuurd dat hem niet langer toebehoorde.
De huurwetgeving in se is aldus niet van toepassing. TS zal zijn pijlen mijn inziens eerder dienen te richten in de richting van het algemene contractrecht en de inbreuken gekoppeld aan frauduleuze contracten.
De oude eigenaar aangetekend een ingebrekestelling zenden wegens het verhuren van een pand dat niet langer het zijne is en waar in het compromis werd opgenomen dat er niet meer verhuurd mocht worden is de allereerste stap die u dient te nemen. Geef de oude eigenaar tien kalenderdagen tijd om u een voorstel tot schadevergoeding wegens verlies van woonst te doen, verwittig hem dat u bij gebrek aan een ernstig tegenvoorstel voor dit frauduleus contract verplicht zal zijn de nodige juridische stappen te ondernemen.
Verder lijkt het me aangewezen onmiddellijk contact op te nemen met uw huidige verhuurder en samen met hem en de volgende huurder te kijken of u niet even langer kan blijven zodat u in staat bent een ander pand te vinden?
Mijn 2 cent. (nieuwsgierig naar mening van anderen)