JuridischForum.be

Een bewoner van een rusthuis verhuurt zijn enige woning (oude bescheiden arbeiderswoning met weinig comfort). Hij heeft nu een brief gekregen van een soort van lokale vereniging die huurdersbelangen waarneemt. Daarin wordt vermeld dat de woning veel te veel strafpunten heeft en daardoor onbewoonbaar kan worden verklaard. Er wordt ook wat gedreigd met terugvorderen van huur. Het probleem is dat deze rusthuisbewoner absoluut niet (meer) over voldoende middelen beschikt om ook maar enige betekenisvolle verbetering aan het huis te laten uitvoeren. Hij heeft ook geen kinderen.
Als enige uitweg zie ik dat hij de huurder opzegt en het huis als renovatieproject te koop stelt. Maar wat zijn in dit specifiek geval zijn verplichtingen t.o.v. de huurder (huurder wil in huis blijven maar eist dat de nodige aanpassingen aan het huis asap plaatsvinden).

Het is nota bene niet het eerste geval van rusthuisbewoner met bescheiden middelen die me contacteert omdat hij last krijgt wegens verhuur van zijn oude (verouderde) gezinswoning (wegens toepassing Vlaamse Wooncode).

De eigenaar zal de wettelijke opzegmogelijkheden dienen te respecteren zoals deze zijn opgenomen in art 3 van de huurwetgeving indien het om hoofdbewoning gaat.

Persoonlijk zou ik de eigenaar aanraden aan de ene kant zou spoedig als legaal mogelijk op te zeggen en de huurder in kwestie ondertussen te paaien met het laten uitvoeren van onderhoud dat aan de ene kant financieel haalbaar is voor hem en aan de andere een structurele verbetering aan het pand inhoud zodat hij deze investering kan recupereren door de meerwaarde ervan bij verkoop.