#8 , 18 dec 2006 21:59
Interessant om zien hoe er uitgebreid wordt geantwoord op onze vraag. De laatste opmerking over die bescherming van de huurder intrigeert me.
Uiteraard stel ik mijn vraag omwille van een aantal problemen. Ik doe die bij deze even uit de doeken. Wat is jullie advies? (Je mag ook gewoon vlakaf zeggen dat we domoren zijn hoor).
Onze vzw is een organisatie die zich situeert in de (geestelijke) gezondheidssector. Met een 35-tal medewerkers doen we onderzoek bij kinderen en volwassenen met gedrags-, leer- of tewerkstellingsproblemen. We ontvangen dagelijks tussen de 75 en 100 cli?nten in onze lokalen, voor onderzoek of begeleiding.
Even de feiten: op dit ogenblik huren we voor een oppervlakte van 1060 m? ruimtes. Deze huurovereenkomst kwam in twee tijden tot stand: eerst huurden we 640 m? en deze huurovereenkomst dateert van 1 juni 2002, daarna huurden we nog extra, daaraan aansluitend deel, van 420 m?, met een huurcontract dat inging op 1 januari 2004
Ondanks het feit dat dit reeds meermaals werd bediscussieerd, zijn dit tot op heden twee aparte huurovereenkomsten gebleven.
Onder andere door de groei van onze organisatie zijn de ruimtes die we huren niet meer toereikend; we zouden best wat meer oppervlakte kunnen gebruiken, maar de problemen zitten minstens evenzeer op een ander vlak: de kwaliteit van de ruime laat zeer te wensen over: er is een haast continue geurhinder (dit heeft volgens de eigenaar te maken met een constructiefout), er zijn telkens weer lekken in het dak, de isolatie is ontoereikend en de verwarmingsinstallatie is niet voorzien op het verwarmen van het geheel.
Terwijl we dagelijks heel wat mensen voor onderzoek over de vloer krijgen, hebben we nagenoeg geen lokalen met buitenlicht, wat zowel voor onze medewerkers als ons publiek onaangenaam is.
De vraag die zich stelt is of we onder deze huurovereenkomst uit kunnen raken.
Voor het opzeggen van de huur bestaat geen geschikt moment: als we de huur opzeggen op het meest ideale ogenblik voor het ene deel van ons contract, is het steeds op een niet geschikt ogenblik voor het andere deel, gezien de anderhalf jaar die beide startdata scheidt.
Aangezien een belangrijk deel van de andere huurders van het gebouw ondertussen verdwenen zijn uit het gebouw en het dus de facto voor een groot deel leegstaat, durven we er niet op hopen dat de eigenaar zijn toestemming zou geven voor het in onderling overleg verbreken van de overeenkomst.
Zijn de argumenten rond comfort, gebruiksvriendelijkheid, oppervlakte of de vreemde situatie van een dubbel contract motieven die we kunnen gebruiken om het verbreken van de huurovereenkomst via de rechtbank af te dwingen? Bestaan er nog andere mogelijkheden?
Of moeten we ons inderdaad neerleggen bij het betalen van een fikse schadevergoeding of huur voor de periode die we wettelijk nog verschuldigd zou zijn?