Bij een onsplitsbaar geschil geldt:
Wanneer echter, in geval van onsplitsbaarheid van het geschil, een of meerdere partijen verstek laten gaan en ten minste een partij verschijnt, is dit artikel van toepassing op voorwaarde dat elke niet verschenen partij bij gerechtsbrief door de griffier opgeroepen wordt op een zittingsdag bepaald op een nabije datum, waarop een vonnis op tegenspraak zal kunnen worden gevorderd. De oproeping neemt de tekst van deze paragraaf over (art. 735, § 5, tweede lid, Ger. W.)
Bij een onsplitsbaar geschil mag geen vonnis worden uitgesproken dat t.a.v. één verwerende partij op tegenspraak is en t.a.v. een andere verwerende partij bij verstek. Dit om te vermijden dat wanneer de partij die niet verschenen is verzet aantekent daarna t.a.v. deze partij een ander vonnis wordt uitgesproken. Er zouden dan twee vonnissen zijn: het eerste vonnis op tegenspraak t.a.v. de ene verwerende partij, het tweede vonnis na verzet t.a.v de andere verwerende partij. Bij een onsplitsbaar geschil moet vermeden worden dat er twee vonnissen zijn waarvan de gelijktijdige tenuitvoerlegging onmogelijk is.
Als één verwerende partij verschijnt en een andere niet kan de zaak niet behandeld worden op de inleidingszitting. Na verzending van een gerechtsbrief kan de zaak t.a.v. alle verwerende partijen op tegenspraak worden uitgesproken, of ze nu verschijnen of niet.
Het is m.i. wel betwistbaar of het hier een onsplitsbaar geschil betreft. Zie Cass., 18/12/1987,
http://jure.juridat.just.fgov.be/?lang=nl" onclick="window.open(this.href);return false;