huuropzeg

Becca
Topic Starter
Berichten: 2

huuropzeg

#1 , 21 apr 2010 15:57

hallo,

het was om te informeren, wij hebben een huurcontract van 3 - 6 - 9 maar we wonen er nog maar een jaar , wij verhuizen wegens wij de kans hebben gekregen te kopen
maar nu is het wel zo dat wij al een andere huurder hebben gevonden
wat kan de huurbaas ons verplichten?

en ook een probleem met waarborg die hebben wij cash gegeven

alvast bedankt

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Vandebos
Berichten: 16087

#2 , 21 apr 2010 16:11

Art3 §5 huurwetgeving hoofdbewoning
§ 5. De huurder kan de huurovereenkomst op ieder tijdstip beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.
Indien de huurder de huurovereenkomst evenwel beëindigt tijdens de eerste driejarige periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar.
(Zolang het huurcontract niet geregistreerd is na de termijn van twee maanden bedoeld in artikel 32, 5°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, zijn zowel de in het eerste lid bedoelde opzeggingstermijn als de in het tweede lid bedoelde vergoeding niet van toepassing.) <W>
(Wanneer de verhuurder de huurovereenkomst beëindigt overeenkomstig de §§ 2 tot 4, kan de huurder op zijn beurt de huurovereenkomst te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van een maand. In dat geval is hij de vergoeding bedoeld in het vorige lid niet verschuldigd.) <W>
Verifieer bij het lokale registratiekantoor of het contract werd geregistreerd of niet.

Waarborg:
Art. 10. Waarborg. <W>
§ 1. Indien, behoudens de zekerheden voorzien in artikel 1752 van het Burgerlijk Wetboek, de huurder om de naleving van zijn verplichtingen te waarborgen, een van de in het volgende lid bepaalde vormen van waarborgen verstrekt, mag die niet meer bedragen dan het bedrag dat gelijk is aan 2 of 3 maanden huur, afhankelijk van de vorm van de huurwaarborg.
De in het vorige lid vermelde waarborgen kunnen naar keuze van de huurder drie vormen aannemen : ofwel een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder bij een financiële instelling, ofwel een bankwaarborg die het de huurder mogelijk maakt de waarborg progressief samen te stellen, ofwel een bankwaarborg ten gevolge van een standaardcontract tussen een OCMW en een financiële instelling.
Wanneer de huurder kiest voor een geïndividualiseerde rekening, mag de huurwaarborg niet meer bedragen dan een bedrag gelijk aan 2 maanden huur. De opgebrachte rente wordt gekapitaliseerd ten bate van de huurder en de verhuurder verwerft voorrecht op de activa van de rekening voor elke schuldvordering ten gevolge van het volledig of gedeeltelijk niet nakomen van de verplichtingen van de huurder.
Wanneer de huurder kiest voor een bankwaarborg, waarbij hij zich verbindt die volledig samen te stellen middels constante maandelijkse afbetalingen gedurende de duur van de huurovereenkomst, met een maximumduur van drie jaar, is deze gelijk aan een bedrag van maximaal drie maanden huur. De financiële instelling moet die zijn waar de huurder in voorkomend geval zijn rekening heeft en waar zijn beroeps- of vervangingsinkomsten worden gestort. Indien de huurder stopt met het storten van zijn beroeps- of vervangingsinkomens bij de desbetreffende instelling, is die gerechtigd om de integrale en onmiddellijke samenstelling van de waarborg te eisen, onverminderd de mogelijkheid om die over te brengen naar een andere financiële instelling. Niettegenstaande de wet op het statuut van en het besluit op de kredietinstellingen van 22 maart 1993, kan een financiële instelling deze waarborg niet weigeren om redenen in verband met de kredietwaardigheid van de huurder. De wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet is niet van toepassing. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels bepalen inzake de verplichting voor de financiële instelling om een huurwaarborg samen te stellen in het geval dat een kandidaat-huurder, op het moment van zijn aanvraag, gebonden is door meer dan één andere samenstellingsverplichting voor huurwaarborgen die voorheen toegekend werden. Na een evaluatie die zal plaatsvinden één jaar na het van kracht worden van dit systeem, zal de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad een openbare waarborg kunnen organiseren om de waarborgen te dekken die door de financiële instellingen toegekend werden aan bepaalde categorieën huurders die Hij vaststelt, volgens de financieringsmodaliteiten die Hij vaststelt. De huurder zal geen enkele debetrente verschuldigd zijn aan de financiële instelling, die hem rente zal uitkeren vanaf de dag dat de waarborg volledig is samengesteld. De financiële instelling beschikt over de voorrechten van het gemeen recht ten overstaande van de huurder in geval hij zijn verplichting om de waarborg progressief samen te stellen, niet naleeft.
Wanneer de huurder kiest voor een bankwaarborg die gelijk is aan een bedrag van maximaal drie maanden huur ten gevolge van een standaardcontract tussen een OCMW en een financiële instelling, is het dat OCMW dat daar om verzoekt bij de financiële instelling, die de waarborg toestaat ten gunste van de verhuurder.
De Koning legt het formulier vast waarmee de financiële instellingen ten aanzien van de verhuurders zullen bevestigen dat de huurwaarborg toegekend is, ongeacht de manier waarop deze waarborg wordt gevormd.
§ 2. Wanneer de verhuurder in het bezit is van de waarborg en nalaat die te plaatsen op de manier bepaald in § 1, derde lid, is hij ertoe gehouden om aan de huurder rente te betalen aan de gemiddelde rentevoet van de financiële markt op het bedrag van de waarborg, vanaf het moment dat die overhandigd wordt.
Deze rente wordt gekapitaliseerd. Vanaf de dag dat de huurder de verhuurder in gebreke stelt om te voldoen aan de verplichting hem opgelegd door § 1, derde lid, is de verschuldigde rente echter de wettelijke interesten op het bedrag van de waarborg.
§ 3. Er mag niet beschikt worden over de bankrekening, noch in hoofdsom, noch in rente, noch van de bankwaarborg, noch van de rekening waarop de waarborg opnieuw werd samengesteld, dan ten voordele van een van beide partijen, mits voorleggen van ofwel een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste opgesteld wordt bij het beëindigen van de huurovereenkomst, ofwel van een kopie van een rechterlijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande verzet of voorziening en zonder borgstelling of kantonnement.
Werd er een intredende plaatsbeschrijving overgemaakt?

Becca
Topic Starter
Berichten: 2

#3 , 21 apr 2010 18:48

ja dit is gebeurd
maar komt her er nu opneer dat we toch 2 maand moeten betalen?

alvast bedankt

Reclame

Vandebos
Berichten: 16087

#4 , 21 apr 2010 20:19

U dient drie maand opzeg te geven. Als het huurcontract zich op het einde van de opzeg in het tweede jaar bevindt bent u de verhuurder 2 maand wederverhuringsvergoeding verschuldigd, tenzij u met de verhuurder een ander akkoord weet te bereiken, zoals bv een andere huurder vinden die voor hem accepteerbaar is. Vergeet niet dat zelfs indien u een andere huurder vindt er toch nog een resem werk is voor de verhuurder om de het oude contract te beëindigen zoals het hoort en het nieuwe met de volgende huurder op te stellen. ( plaatsbeschrijvingen, waarborgen, contracten, registraties, nakijkeken of de huurder zijn domicilie aanpast, brandverzekering neemt, etc, etc) Van huurder veranderen houdt dus wel wat meer in dan zomaar een knopje omdraaien...

derenard
Berichten: 7

#5 , 19 mei 2010 14:47

Inderdaad drie maanden opzeg te verhogen met wederverhuringsvergoeding

zie hiertoe ook: http://www.leerwiki.nl/Huur:_opzeg_door_de_huurder

Seth
Berichten: 50

#6 , 19 mei 2010 15:40

Het is niet zo dat de opzegvergoeding verhoogt dient te worden met de wederverhuringsvergoeding. (@derenard)

De verhuurder heeft recht op een opzegvergoeding gelijk aan 3/2/1 maanden huur naar gelang men in het 1/2/3e jaar opzegt.
Als dit volgens de juiste procedure gaat (3 maanden van te voren gemeld middels een AZ) is er geen recht op een wederverhuringsvergoeding.

Immers krijgt de verhuurder al een opzegvergoeding en weet hij 3 maanden van tevoren dat hij op zoek moet naar een nieuwe huurder. 3 maanden wordt doorgaans gezien als de gebruikelijke tijd voor wederverhuring.

Als de huurder zich niet aan de juiste opzegtermijnen houdt is er naar gelang de realistisch geleden schade via een proces voor de vrederechter de mogelijkheid om een wederverhuringsvergoeding te ontvangen.

Mvg,

Seth

Vandebos
Berichten: 16087

#7 , 19 mei 2010 17:36

De wet voorziet juist wel een opzegvergoeding voor contracten met hoofdbewoning opgezegd tijdens de eerste drie jaar. De opzegperiode staat hier volledig los van gezien deze wordt geregeld door art. 3§5 eerste lid terwijl de bijkomende schadevergoeding voor een verbreking tijdens de eerste drie jaar afzonderlijk wordt geregeld in het tweede lid.

Deze paragraaf dient gelezen te worden als dat huurder altijd het recht heeft op te zeggen met drie maanden vooropzeg doch dat er gedurende de eerste drie jaar uitzonderlijk een boeteclausule is voorzien om de verhuurder te vergoeden voor het buitengewoon vroeg regulier verbreken van het contract.

De wetgever heeft gewenst het verschil tussen de opzegperiode en de vergoeding extra in de verf te zetten door zeer duidelijk een verschil te maken tussen de termen "opzeggingstermijn" en "vergoeding".
§ 5. De huurder kan de huurovereenkomst op ieder tijdstip beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.
Indien de huurder de huurovereenkomst evenwel beëindigt tijdens de eerste driejarige periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar.

Seth
Berichten: 50

#8 , 20 mei 2010 17:09

@Vandebos

Dat is juist hetgeen ik zei:

"De verhuurder heeft recht op een opzegvergoeding gelijk aan 3/2/1 maanden huur naar gelang men in het 1/2/3e jaar opzegt.
Als dit volgens de juiste procedure gaat (3 maanden van te voren gemeld middels een AZ) is er geen recht op een wederverhuringsvergoeding. "

Er is een groot verschil tussen een opzegvergoeding zoals vastgesteld in de Woninghuurwet en een wederhuringsvergoeding.

Derenard zei:

"Inderdaad drie maanden opzeg te verhogen met wederverhuringsvergoeding "

Ervanuitgaand dat hij hier bedoelt te zeggen drie maanden opzegvergoeding te verhogen met de wederverhuringsvergoeding is het onjuist.

De opzegvergoeding is bij wet geregeld, een wederverhuringsvergoeding wordt gevraagd indien het pand een (geruime) tijd leeg moet staan doordat er een gat bestaat tussen het moment van uittrek van de ex-huurder en de intrek van de nieuwe huurder.

Zo een vergoeding kan dan niet zomaar gevraagd worden aan de huurder maar moet bij de rechter gevraagd worden.
Echter dat is onzinnig als de huurder zijn huur 3 maanden van te voren netjes opzegt. Immers weet de verhuurder dan al 3 maanden van te voren dat hij een nieuwe huurder moet zoeken en verkrijgt hij al een opzegvergoeding.

Mvg,

Terug naar “Huren”