Verzoek de huisbaas u de bewijzen te bezorgen dat het gaat om een misrekening van het stroomgebruik tijdens de periode dat u daar woonde. (denk dan aan afschriften en wijze ven berekening van uw aandeel)
Verder kan de huisbaas deze schulden blijven opeisen gedurende jaren.
Voor huurschulden zelf is dat tot 5 jaar nadat ze zijn ontstaan, of werden gestuit.
Art. 2277. Termijnen van altijddurende renten en van lijfrenten;
Die van uitkeringen tot levensonderhoud;
Huren van huizen en pachten van landeigendommen;
Interesten van geleende sommen, en, in het algemeen, al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen,
Verjaren door verloop van vijf jaren.
Hier gaat het echter niet strictu sensu om huurschulden, doch om betalingen die de eigenaar voorschiet op het gebruik van nutsvoorzieningen zonder dat hij hier zelf winst bij maakt. Het zijn onkosten, geen huurschulden. In dat geval is (dacht ik) artikel 2262 bis §1 B.W. van kracht:
Art. 2262bis. <Ingevoegd> § 1. Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar.
In afwijking van het eerste lid verjaren alle rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon.
De in het tweede lid vermelde vorderingen verjaren in ieder geval door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan.