als een partij niet meer betaald kan de verhuurder de volledige som eisen en vorderen tgo de andere huurder
Ik citeer uit een vonnis van een rechtbank van eerste aanleg, die in beroep tegen een vonnis van de vrederechter uitspraak deed:
"Hoofdelijkheid wordt niet vermoed.
Hoofdelijkheid bestaat enkel indien dit uitdrukkelijk overeengekomen werd (artikel 1202, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) of door een wettelijke bepaling voorzien is (artikel 1202, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek). [...]
Artikel 222 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt: "Iedere schuld die door een der echtgenoten wordt aangegaan ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen, verbindt de andere echtgenoot hoofdelijk".
Dit artikel heeft enkel betrekking op een schuld die door gehuwden is aangegaan.
Een gelijkaardige bepaling geldt voor de wettelijk samenwonenden (artikel 1477 § 4 van het Burgerlijk Wetboek)
In de huurovereenkomst is nergens bepaald dat de beide huurders zich hoofdelijk verbinden."
De rechtbank besluit hieruit dat de huurders, die feitelijk samenleefden en de huurovereenkomst beiden hadden ondertekend, niet hoofdelijk gehouden zijn, maar ieder voor hun deel. De eigenaar kan van ieder van de huurders maar de helft van de huur vorderen.
scorpioen