Deze huurovereenkomst wordt aangegaan voor een duur van drie (3) jaar, met ingang
van 1 augustus 2017 om te eindigen op 31 juli 2020.
De huurovereenkomst wordt beëindigd mits een van de partijen ten minste drie
maanden voor het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur een
opzegging betekent. Bij ontstentenis van een tijdig betekende opzegging wordt de
huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar te rekenen
van de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is
getreden. In dat geval eindigt de huurovereenkomst na het verstrijken van die periode
van negen jaar (te rekenen van de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst
van korte duur in werking is getreden) indien ten minste zes maanden voor de
vervaldag door een van de partijen een opzegging wordt betekend. Indien binnen deze
termijn geen opzegging wordt betekend, wordt de huurovereenkomst telkens onder
dezelfde voorwaarden voor een duur van drie jaar verlengd. In dat geval eindigt de
huurovereenkomst na het verstrijken van die periode van drie jaar indien ten minste
zes maanden voor de vervaldag door een van de partijen een opzegging wordt
betekend.
Indien de huurovereenkomst geacht wordt te zijn aangegaan voor een duur van negen
jaar en tijdens de daarop volgende verlengingen, kan na het verstrijken van de eerste
driejarige periode (te rekenen van de datum waarop de aanvankelijke
huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden) de huurovereenkomst als
volgt vervroegd beëindigd worden:
- (i) De huurder kan op eender welk ogenblik (na het verstrijken van de eerste
driejarige periode) de huurovereenkomst vervroegd beëindigen, zonder
motivering, mits drie maanden op voorhand bij aangetekend schrijven een
opzeg te betekenen.
- (ii) De verhuurder kan op eender welk ogenblik (na het verstrijken van de eerste
driejarige periode) de huurovereenkomst vervroegd beëindigen, zonder een
vergoeding verschuldigd te zijn, mits zes maanden op voorhand bij
aangetekend schrijven een opzeg te betekenen aan de huurder, indien de
verhuurder voornemens is het goed persoonlijk en werkelijk te betrekken of
het op dezelfde wijze te laten betrekken door zijn afstammelingen, zijn
aangenomen kinderen, zijn bloedverwanten in opgaande lijn of zijn
bloedverwanten in de zijlijn tot in de derde graad.
- (iii) De verhuurder kan bij het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige
periode en, indien het verscheidene huurovereenkomsten in eenzelfde
gebouw betreft, op eender welk ogenblik (met uitzondering van het eerste
jaar), de huurovereenkomst vervroegd beëindigen, zonder een vergoeding
verschuldigd te zijn, mits zes maanden op voorhand bij aangetekend
schrijven een opzeg te betekenen aan de huurder, indien de verhuurder
voornemens is het goed of een gedeelte ervan weder op te bouwen, te
verbouwen of te renoveren.
Indien de beëindiging door de huurder zonder geldige of tijdige opzegging in
overeenstemming met dit artikel gebeurt, draagt de huurder alle kosten en uitgaven die
voortvloeien uit deze verbreking en betaalt hij bovendien aan de verhuurder een
forfaitaire vergoeding bestaande uit de huurprijs voor de duur van een drie maanden
opzeggingsperiode. In geen geval telt de toepassing van deze paragraaf ter dekking
van eventuele huurschade.
Bij ontbinding van deze huurovereenkomst als gevolg van een fout van de huurder,
draagt deze laatste alle kosten en uitgaven die voortvloeien uit deze ontbinding en
betaalt hij bovendien een forfaitaire wederverhuringsvergoeding gelijk aan drie
maanden huur. Indien de huurder het gehuurde goed bovendien heeft verlaten zonder
kennisgeving betaalt de huurder, naast de kosten en uitgaven die voortvloeien uit de
ontbinding en de voornoemde forfaitaire wederverhuringsvergoeding gelijk aan drie
maanden huur, bovendien een forfaitaire vergoeding voor de winstderving bestaande
uit de huurprijs voor de duur van een drie maanden opzeggingsperiode. In geen geval
telt de toepassing van deze paragraaf ter dekking van eventuele huurschade.
In alle gevallen waarin een opzegging kan worden gedaan, neemt de
opzeggingstermijn een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand
tijdens dewelke de opzegging wordt gedaan