de fiscus heeft (toch hier) weinig met domicilie te maken, wel met de burgerlijke staat. Qua burgerlijke staat blijft de persoon alleenstaand, waar ze ook woont. Fiscus heeft wél met het begrip "ten laste" te maken. Dat ze niet ten laste kan staan van haar vriend, is sowieso overduidelijk. enige vraag hierbij kan zijn of ze ten laste kan staan van haar ouders. los van eventueel eigen inkomen is dat antwoord duidelijk: ja. Ouders betalen immers haar studies.Ik denk niet dat de fiscus dit ook zo zal zien.Dat zijn de spijkers op laag water waarover ik het had en die ik niet zou zoeken.
Ivm domicilie (de oorspronkelijke vraag):
[quote="16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister.]"Art. 18. Worden beschouwd als tijdelijk afwezig, evenals, in voorkomend geval, de leden van hun gezin :
...
4° personen die omwille van studieredenen buiten de verblijfplaats verblijven van het gezin waartoe zij behoren;
Worden niet beschouwd als tijdelijk afwezig en worden ingeschreven in de registers waar ze hun effectieve verblijfplaats hebben of de gemeente waar de instelling waar ze verblijven gevestigd is :
....
4° de personen bedoeld in het eerste lid, 4°, die geen gezin noch haardstede meer hebben en die niet meer ten laste zijn van hun familie;
[/quote]
Vriendin is nog ten laste (financieel) van haar ouders, dus geen probleem. Tenzij ze geen nauw contact meer zou hebben met haar ouders, dat is (Standaard belastingsalmanak) het criterium voor fiscaal ten laste te zijn).
of wetgeving in mensentaal:
http://www.ibz.rrn.fgov.be/nl/bevolking ... registers/
De algemene reglementering inzake bevolking voorziet dat elke persoon moet worden ingeschreven in de registers van de gemeente waar hij zijn hoofdverblijfplaats gevestigd heeft, op het adres waar hij effectief verblijft gedurende het grootste deel van het jaar.
Maar voor de studenten die dichtbij de plaats waar ze studeren op « kot » zitten, is men van oordeel dat het om een tijdelijke situatie gaat; zij worden dus beschouwd als tijdelijk afwezig en moeten in hun gezin ingeschreven blijven. Normaal gezien blijven de studenten tijdens deze periode immers ten laste van hun ouders en komen zij regelmatig naar huis voor de week-ends en de schoolvakanties.
Een van de voornaamste gevolgen van deze situatie is dat de studenten administratief beheerd blijven door de gemeente waar zij ingeschreven zijn, met name voor al hun officiële documenten (identiteitskaart, rijbewijs, enz.), om getuigschriften of attesten te verkrijgen en voor hun kiesverplichtingen.
Nochtans gaat het niet om een dwingende regel, want de reglementering voorziet dat de student die geen gezin of haardstede meer heeft in zijn gemeente van oorsprong en niet meer ten laste van zijn gezin valt, ingeschreven wordt in de gemeente waar hij effectief verblijft.
Een student mag dus zijn inschrijving vragen in de registers van de gemeente waar hij studeert. Naast de realiteit van de effectieve verblijfplaats moet de gemeente bijgevolg nagaan of de student niet meer ten laste van zijn gezin valt (dat hij een financiële onafhankelijkheid geniet) en of hij geen gezin of haardstede meer heeft in een andere gemeente.
Het onderzoek met betrekking tot het effectieve karakter van de hoofdverblijfplaats van een student gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het gemeentereglement terzake; de student is ertoe gehouden aan het gemeentebestuur alle elementen te verschaffen die het mogelijk moeten maken de situatie van de verblijfplaats te beoordelen, met name wat zijn financiële onafhankelijkheid betreft.