Het is niet omdat u geen reden ziet waarom de verhuurder dat zou weigeren, dat de verhuurder niet wettelijk het recht heeft dit te weigeren. Juridisch gezien kan men die regeling enkel afdwingen via de rechtbank indien dit in de huurovereenkomst was vermeld. Indien niet, moet men rekenen op de goodwill van de verhuurder. En de verhuurder heeft dus het recht om die gunstmaatregel niet te verlenen, zelfs al ziet u geen graten in waarom die dat niet zou doen.Als je goed mijn inbreng leest staat het er ook dat dit enkel kan met de goedkeuring van de verhuurder.En waarom zou een verhuurder niet akkoord zijn dat men vertrekt als men zelf een nieuwe huurder aan kan brengen die weerom huur betaald? Als alles in orde is met de woonst en is voldaan aan de voorschriften door de huurder, zie ik daar persoonlijk geen probleem in.Neen, wat jij zegt is dat je, zodra je een huurder aanbrengt die goedgekeurd wordt door de verhuurder, mag vertrekken. Maar je verhuurder moet er dan wel eerst mee akkoord zijn dat je vroeger vertrekt, al dan niet onder de voorwaarde van het vinden van een nieuwe huurder. Gaat hij hier niet mee akkoord, moet je zelfs niet beginnen zoeken.
Dat is een voorstel dat ik zou aanvaarden met dien verstande dat ikzelf het laatste woord heb over de huurder die er intrekt... Één keer teveel een remorque lege blikjes naar het containerpark mogen laten voeren...De weigering van de verhuurder om in te stemmen met een redelijk voorstel van de huurder kan door de rechtbank wel beschouwd worden als rechtsmisbruik.
Cass., 20 februari 2015, C.14.0163.N;
Rechtsmisbruik bestaat in de uitoefening van een recht op een wijze die kennelijk de grenzen van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en oplettend persoon te buiten gaat. Dit is inzonderheid het geval wanneer de veroorzaakte schade niet in verhouding staat tot het voordeel dat de houder van het recht beoogd of verkregen heeft. Bij de beoordeling van de voorhanden zijnde belangen, moet de rechter rekening houden met alle omstandigheden van de zaak.
De huurder die een huurovereenkomst van bepaalde duur wil beëindigen, terwijl de overeenkomst geen bepaling bevat die hem dit toelaat, doet er dus best aan met de verhuurder te gaan praten en een redelijk voorstel te formuleren. Zo'n voorstel kan zijn: de huurder zoekt een nieuwe huurder, betaalt de huur tot er een nieuwe huurder is en een vergoeding gelijk aan drie maanden huur.
Indien de verhuurder dergelijk voorstel weigert kan men naar de vrederechter stappen en vragen dat deze de huurovereenkomst verbreekt..
Clausules in een contract die niet overeenstemmend zijn met de wet zijn nietig. Uw contract is automatisch verlengd met 9 jaar beginnend met het begin van uw huidige contract. Dus in uw geval moet u handelen volgens het 3/6/9 systeem
Klopt niet contractuele verlenging bij clausule wordt tegenwoordig aanvaardt in de rechtspraak als beantwoordend aan de plichtplegingen vastgelegd in art 3 par 5 WHW.
Volledig akkoord met deze stelling, maar de ham vraag is in feite de vervroegde verbreking van een huurcontract korte duur.Tegenwoordig wordt door de vredegerechten de vermelding in het contract beschouwd als een schriftelijke vermelding op voorwaarde dat de condities hetzelfde zijn. De meeste rechters lijken de verlengde duurtijd niet als een conditie in het contract te beschouwen doch een separate entiteit. Een contract van bepaalde duur van één jaar kan dus contractueel vastgelegd met één of twee jaar verlengd worden bij niet opzegging. Reducties bij vonnis van twee naar één jaar zijn er wel, dossiers waar dit niet in gebeurt ook.
Ik dacht dat er verleden jaar een vonnis van eerste aanleg was die deze interpretatie heeft bevestigd, doch durf dit niet garanderen.
Het is zoals mijn prof administratief recht zei bij de aanvang van de cursus. "Tijdens het examen mag u de VRG codex ter raadpleging gebruiken. Hou er echter terdege rekening mee dat in de Belgische Wetgeving vonnissen van rechtbanken besproken in deze cursus minstens even veel gewicht dragen als het administratief recht zelf en dat deze niet zijn opgenomen in de codex..."
Dat is trouwens niet alleen in België, dat is in iedere rechtstaat.
Waar trek je de grens van een goede rede, wat als verhuurder in beroep gaat. Dat zijn vonnissen zonder rechtsvorm.Dan kan de huurder naar het lokale vredegerecht stappen en daar bepleiten waarom hij wel een vroegtijdige verbreking wenst. Indien de reden van verbreking een beetje redelijk is zal de vrederechter de verbreking doorgaans toestaan. Wat betreft de schadevergoeding zal hij dan ofwel vonnissen in de geest van art 3 par 5 WHW of indien er een een clausule van eenzijdige verbreking in het contract is opgenomen op basis van deze.
Veel hangt af van de reden van verbreking en het ogenblik in de looptijd waarop men dit vraagt.
Art 3 par 6 is van dwingend recht. Maar wat zeg het artikel mbt. een opzeg? Enkel dat de wijzen van opzeg ervoor besproken niet, bij dwingend recht, van toepassing zijn bij een contract van bepaalde duur. Nergens in het artikel wordt een verbod geplaatst op andere afspraken die contractueel of in onderlinge overeenstemming worden vastgelegd. Nergens wordt vastgelegd dat het verboden is contractueel (vrijwillig, niet bij wet verplicht) dezelfde regels te hanteren.
Dat geeft huurder en verhuurder een zekere bewegingsvrijheid waarbij alle partijen het redelijke en evenwichtige in oogpunt dienen te nemen. Wat is redelijk en evenwichtig? Wel, als men kijkt naar de regels voor een negenjarig contract is het redelijk geen strengere normen dan dat te hanteren, dan is het evenwichtig als in de opzegmogelijkheden alsnog in het contract opgenomen dezelfde mentaliteit wordt gehanteerd:
- dat de huurder de zwakkere van de partijen en dit weerspiegeld dient te zijn in de opzegmogelijkheden,
- dat er opzegmogelijkheden voor beide partijen dienen aanwezig te zijn die het redelijke niet overschrijden.
Het is daarom dat een rechter een vrijheid van handelen heeft bij het bepalen van de opzeg. Uitzondering hierop zijn contractueel bindende afspraken (redelijk en evenwichtig).
Bij een contract van bepaalde duur van 1 jaar waarbij er contractueel geen verlenging is vastgelegd en waarbij wat betreft opzeggen een clausule in de vorm van 'geen van beide partijen heeft de mogelijkheid het contract voortijdig op te zeggen.' is opgenomen zal doorgaans ook voor de rechtbank niet verbroken worden tenzij men overmacht kan inroepen.