#7 , 08 dec 2009 10:14
“Art.1754.Herstellingen ten laste van de huurder, of geringe herstellingen tot onderhoud, waartoe, behoudens andersluidend beding, de huurder gehouden is, zijn die welke door het plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd worden en, onder andere, de herstellingen...”(B.W.).
“Art.2...§ 2. Met toepassing van de artikelen 1720, 1754 en 1755 van het Burgerlijk Wetboek op de huurovereenkomsten geregeld door deze afdeling, is de verhuurder verplicht tot alle herstellingen, andere dan de huurherstellingen...Deze bepalingen hebben een DWINGEND karakter en zullen uitwerking hebben voor de huurovereenkomsten die ondertekend worden na de inwerkingtreding(=18-05-2007) van dit artikel...”(Woninghuurwet 20 februari 1991).
In art.1754 Burgerlijk Wetboek is m.a.w. ‘behoudens andersluidend beding’ niet meer van toepassing inzake woninghuur.
Ik ga ervan uit dat de vervanging van ‘één groot raam’ wegens ‘er zit vocht achter’ geen geringe herstelling en dus ten laste van de verhuurder is.
‘In de wederkerige contracten geldt de exceptio non adimpleti contractus van rechtswege. Zij laat aan ieder van de partijen toe de uitvoering van haar verbintenis op te SCHORTEN en de nakoming van haar eigen verplichtingen uit te stellen tot zolang de tegenpartij in gebreke blijft de hare te volbrengen‘(Cass. 24 april 1947,Arr.Cass. 1947,133).
‘De huurder kan de betaling van zijn huurgelden opschorten,zolang de verhuurder zijn onderhoudsverplichtingen (art.1719,1720 B.W.) niet uitvoert. De toepassing van de exceptio non adimpleti contractus is gepast,omdat de huurovereenkomst een wederkerige overeenkomst is waarbij een partij geen rechten kan doen gelden zonder tot enige correlatieve verplichting te zijn gehouden‘(Rb.Kortrijk 9 oktober 1984,T.R.D.-dossier 1988-1,7,noot).
‘Alhoewel geen formele ingebrekestelling nodig is om de exceptie van niet-uitvoering te kunnen inroepen,vereisen de regels van de goede trouw toch dat de tegenpartij op de hoogte is dat van haar de uitvoering van een verbintenis wordt gevraagd en dat in afwachting de eigen verbintenis wordt opgeschort.’(Kh.Dendermonde 11 maart 1993,Intern.Vervoerr. 1994,362).
Maan uw verhuurder aangetekend aan de nodige herstellingen uit te voeren vóór een door u daarin te bepalen redelijke termijn. Verwijs daarin naar uw vroegere aanmaningen. Verwittig hem daarin tevens dat u daarna de betaling van de huur geheel of gedeeltelijk opschort. Hou met het bepalen van de omvang rekening met de ernst van de noodzakelijke herstellingen.
Opschorten houdt in dat het opgeschorte NA uitvoering van de herstellingen dient betaald.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/