#4 , 05 dec 2009 18:28
ja ---die uitdoofregeling is dus niet opgenomen in het huurcontract dan is die niet geldig.
In dat geval telt wat in het contract staat en wat eventueel als dringend in de huurwet staat.
Langs de ene kant staat in huurcontract dat er een frigo is die mee verhuurd wordt - wel volgens mij moet de huurder dan alleen instaan voor onderhoud. Bij ouderdom zo wie zo voor de verhuurder.
Dan had dus duidelijk moeten staan dat de frigo NIET meer in huurcontract stond.
Echter bij betwisting is het de rechter die moet beslissen
""In afwachting van de uitvoering van de werken, kan de rechter een vermindering van de huurprijs toestaan""
Het is geen goed idee van de huurder 200€ in te houden en zeker niet als hij geen copie van de factuur heeft voorgelegd.
Trouwens als hij op zijn frigo staat is de frigo wel van u gezien u hem dan (officieel) hebt gekocht.
ART. 2
Staat van het gehuurde goed
§ 1. Het gehuurde goed moet beantwoorden aan de elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid. [ Onverminderd de normen betreffende de woningen, opgesteld door de Gewesten bij het uitoefenen van hun bevoegdheden, moet het verhuurde goed beantwoorden aan de elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.
Deze voorwaarde wordt beoordeeld door te verwijzen naar de staat van het verhuurde goed op het moment dat de huurder ervan in het genot. ]
§ 2. Met toepassing van de artikelen 1720, 1754 en 1755 van het Burgerlijk Wetboek op de huurovereenkomsten geregeld door deze afdeling, is de verhuurder verplicht tot alle herstellingen, andere dan de huurherstellingen. Deze herstellingen andere dan de huurherstellingen kunnen door de Koning worden gedefinieerd, bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Deze bepalingen hebben een dwingend karakter en zullen uitwerking hebben voor de huurovereenkomsten die ondertekend worden na de inwerkingtreding van dit artikel. ]
ART. 1720
De verhuurder is verplicht het goed in alle opzichten in goede staat van onderhoud te leveren.
Hij moet daaraan gedurende de huurtijd alle herstellingen doen, die nodig mochten worden, behalve de herstellingen ten laste van de huurder.
ART. 1754
Herstellingen ten laste van de huurder, of geringe herstellingen tot onderhoud, waartoe, behoudens andersluidend beding, de huurder gehouden is, zijn die welke door het plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd worden en, onder andere, de herstellingen:
Aan haarden, haardplaten, lijsten en mantels van schoorstenen;
Aan de bepleistering van de muren van appartementen en andere woonplaatsen, onderaan tot op een meter hoogte;
Aan vloerstenen en tegels van kamers, wanneer er slechts enkele gebroken zijn;
Aan ruiten, tenzij die gebroken zijn door hagel of andere buitengewone en door overmacht veroorzaakte voorvallen waarvoor de huurder niet aansprakelijk is;
Aan deuren, vensterramen, planken dienende tot afschutting of tot sluiting van winkels, hengsels, grendels en sloten.
ART. 1755
Geen van de herstellingen die geacht worden herstellingen ten laste van de huurder te zijn, komt voor rekening van de huurder, wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.