De wet op zich is bijzonder vaag op punt en is voornamelijk gebaseerd op artikels 1719 en 1720 van het burgerlijk wetboek. In aansluiting kan je het artikel wie doet wat.pdf uit mijn onderschrift eens afhalen.
In het standaard huurcontract dat je in dezelfde reeks documenten vindt zal je onder punt 8 van de 2de bijlage ( bijlage KB ) volgende uitleg vinden die geldt in het Vlaamse Gewest.
8) Regels inzake huurherstellingen
De verhuurder is verplicht het verhuurde goed in zodanige staat te onderhouden dat het kan dienen tot het gebruik waartoe het verhuurd is. Daarnaast stelt de wet in een verplichtende regel dat alle herstellingen, andere dan de huurherstellingen, ten laste van de verhuurder vallen.
De huurder is gehouden om de verhuurder desgevallend te verwittigen van beschadigingen aan het gehuurde goed en van herstellingen die noodzakelijk zijn. De huurder dient ook in te staan voor de huurherstellingen. « Huurherstellingen » zijn herstellingen die door het plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd worden, alsook de herstellingen die in artikel 1754 van het Burgerlijk Wetboek zijn opgesomd. De wet stelt echter een belangrijke grens aan deze verplichtingen van de huurder : geen van de herstellingen die geacht worden ten laste van de huurder te zijn, komt voor rekening van de huurder wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.
Artikels 1754 en 1755:
Art. 1754. Herstellingen ten laste van de
huurder, of geringe herstellingen tot onderhoud, waartoe,
behoudens andersluidend beding, de huurder gehouden
is, zijn die welke door het plaatselijk gebruik als zodanig
beschouwd worden en, onder andere, de herstellingen :
Aan haarden, haardplaten, lijsten en mantels van
schoorstenen;
Aan de bepleistering van de muren van appartementen
en andere woonplaatsen, onderaan tot op een meter
hoogte;
Aan vloerstenen en tegels van kamers, wanneer er
slechts enkele gebroken zijn;
Aan ruiten, tenzij die gebroken zijn door hagel of andere
buitengewone en door overmacht veroorzaakte voorvallen
waarvoor de huurder niet aansprakelijk is;
Aan deuren, vensterramen, planken dienende tot
afschutting of tot sluiting van winkels, hengsels, grendels
en sloten.
Art. 1755. Geen van de herstellingen die
geacht worden herstellingen ten laste van de huurder te
zijn, komt voor rekening van de huurder, wanneer alleen
ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.
Inbraak en de schade daardoor is overmacht. schade door overmacht --> verhuurder.