Beste Vandebos,
zeer interessant wat u daar aanhaalt en zeker iets om rekening mee te houden. Ik had er nog niet aan gedacht dat een contractbreuk hoe dan ook schade met zich meebrengt, hoe miniem ook.
Nu, wij menen dat er wel degelijk een overeenkomst is betreffende alle aspecten van de "verbreking". Aangezien er geen door beide partijen ondertekend document is, mogen wij met alle middelen van recht bewijzen wat die overeenkomst inhoudt.
Onze aangetekende brief waarin wordt uiteengezet wat mondeling werd overeengekomen, en die niet werd tegengesproken door de verhuurder, is daar zeker een nuttig argument.
Vervolgens vind ik hier in artikel 1755 B.W. dat de herstellingen ten laste van de huurder ten laste komen van de verhuurder wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.
Ik leid daar uit af dat als het contract vastlegt dat de herstellingen ten laste van de huurder zeer uitgebreid zijn (zoals in ons geval: schilderen, behangen, het bad vervangen indien nodig,...) deze zelf gedefinieerde "herstellingen ten laste van de huurder" dan nog in strijd zijn met dwingende bepalingen, te weten de bepalingen van artikel 1755 B.W..
Wat meent u?