Beste,
Ik zie mij geconfronteerd met volgende situatie:
Sinds vele jaren huur ik een appartement in Leuven. Dit is altijd mijn hoofdverblijfplaats geweest en ik was ook steeds geldig ingeschreven op dit adres.
In oktober besluit ik samen met mijn vriendin een huis te kopen. Opzegbrief voor het huurcontract wordt nog in oktober aangetekend verzonden.
De wettelijke opzeg van 3 maanden gaat dus in vanaf november 2014 tot en met eind januari 2015.
De akte van het huis wordt verleden half december. Aangezien het huis voorheen gehuurd en bewoond werd door mijn vriendin heb ik sinds december mijn feitelijke hoofdverblijfplaats in het huis. Ik laat dan ook in december 2014 mijn domicilie verzetten naar het koophuis.
Dit omdat ik op dat moment ook effectief voor de volle 100% daar verblijf en om zeker elk vermoeden van uitkeringsfraude te vermijden - mijn vriendin is namelijk deels arbeidsongeschikt.
Mijn huurcontract kan echter niet vroeger opgezegd worden, gezien de eigenaar de termijn wil respecteren en er geen nieuwe huurder is. De eigenaar onderneemt ook geen enkele actie om een nieuwe huurder te zoeken of zelfs maar de beschikbaarheid van het appartement kenbaar te maken.
Hierdoor ontstaat volgens het reglement van de Stad Leuven het "weerlegbaar vermoeden" dat het appartement op 1 januari 2015 gebruikt wordt als tweede verblijf en informeert de eigenaar dat hij daarom de belasting tweede verblijf zal moeten betalen. Ik word op 20 februari door de eigenaar hiervan op de hoogte gebracht, en aangemaand om het bedrag van 754,50 euro op zijn rekening over te maken. Hij beroept zich hiervoor op de clausule van het huurcontract die stipuleert dat deze woonst enkel mag gebruikt worden als hoofdverblijfplaats. Aangezien ik mijn domicilie reeds verplaatst had naar Aarschot beschouwt de eigenaar dit als een overtreding van de contractuele overeenkomst en dus reden om deze belasting naar mij door te schuiven.
Er is nog geen aanslagbiljet opgestuurd naar de eigenaar.
Concreet heb ik hierbij volgende vragen.
1) Eerder een retorische vraag: Het lijkt mij evident dat de eigenaar in elk geval geen recht heeft om aan de huurder een terugbetaling van deze belasting te vragen vooraleer de stad een aanslagbiljet gestuurd heeft?
2) Heeft de verhuurder een geldig punt om zich te beroepen op de clausule "hoofdverblijfplaats" van het huurcontract in deze overgangssituatie?
3) Heeft de verhuurder op basis hiervan, of op basis van andere reden, een rechtsgrond om van de huurder de terugbetaling van deze belasting te eisen?
4) Kan ik in de plaats van de eigenaar - die schuldenaar van de belasting is - of optredend als zijn vertegenwoordiger een bezwaar indienen tegen deze belasting?
Alvast bedankt voor enige goede raad om dit aan te pakken.