1.
Art. 1732 BW . Hij (huurder) is aansprakelijk voor de beschadigingen of de verliezen die gedurende zijn huurtijd ontstaan, tenzij hij bewijst dat die buiten zijn schuld hebben plaatsgehad.
Art. 1754 BW. Herstellingen ten laste van de huurder, of geringe herstellingen tot onderhoud, waartoe, behoudens andersluidend beding, de huurder gehouden is, zijn die welke door het plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd worden en, onder andere, de herstellingen :
Aan haarden, haardplaten, lijsten en mantels van schoorstenen;
Aan de bepleistering van de muren van appartementen en andere woonplaatsen, onderaan tot op een meter hoogte;
Aan vloerstenen en tegels van kamers, wanneer er slechts enkele gebroken zijn;
Aan ruiten, tenzij die gebroken zijn door hagel of andere buitengewone en door overmacht veroorzaakte voorvallen waarvoor de huurder niet aansprakelijk is;
Aan deuren, vensterramen, planken dienende tot afschutting of tot sluiting van winkels, hengsels, grendels en sloten.
Art. 1755 BW. Geen van de herstellingen die geacht worden herstellingen ten laste van de huurder te zijn, komt voor rekening van de huurder, wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.
Neen dus, als u kan bewijzen dat het effectief om slijtage gaat. In het artikel "wie doet wat" in onderschrift staat duidelijk besproken hoe hierop reageren.
2. Lees uw huur contract nauwgezet na; als hierin vermeld staat dat u deze dient te laten kuisen wanneer u het pand verlaat ongeacht de vorige reglementaire kuisbeurt dan bent u hiertoe gehouden. afhankelijk van het type installatie en de verplichte kuis kan de vrederechter effectief besluiten dat u de schouw bij het verlaten dient te kuisen als de laatste kuis 9 maand geleden was. De volgende huurder zou immers pas na 3 maand hiertoe verplicht zijn en dat is beduidend onrechtvaardiger. Persoonlijk zou ik een bedrag ter hoogte van 9/12den van de laatste kuis voorstellen, dat is perfect houdbaar voor de vrederechter.