#4 , 18 sep 2011 09:03
“Art.3...§ 6. In afwijking van § 1 kan de huurovereenkomst schriftelijk worden gesloten voor een duur die korter is dan of gelijk aan drie jaar...Zij kan slechts eenmaal,enkel schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden ,worden VERLENGD...Niettegenstaande enig andersluidend beding of andersluidende overeenkomst, wordt bij ontstentenis van een tijdig betekende opzegging OF indien de huurder het goed blijft bewonen zonder verzet van de verhuurder, zelfs in de veronderstelling dat een nieuwe huurovereenkomst wordt gesloten tussen dezelfde partijen, de huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar te rekenen van de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden en is zij derhalve onderworpen aan de §§ 1 tot 5. In dat geval blijven de huurprijs en de andere voorwaarden dezelfde als die welke bepaald waren in de aanvankelijk gesloten huurovereenkomst van korte duur, zulks onverminderd de toepassing van de artikelen 6 en 7...”(Woninghuurwet 20 februari 1991).
‘dat ze wel de huur met €25 omhoog ging en dat er opnieuw een contract werd getekend van korte duur’
Beide handelingen zijn dus nietig omdat de Woninghuurwet krachtens haar art.12 van dwingend recht is.
“Art.1728ter.§ 1. Behalve wanneer uitdrukkelijk overeengekomen is dat de aan de huurder opgelegde kosten en lasten in vaste bedragen worden bepaald, moeten ze met werkelijke uitgaven overeenkomen. Deze kosten en lasten moeten in een afzonderlijke rekening worden opgegeven. De stukken die van deze uitgaven doen blijken, moeten worden overgelegd...”(Burgerlijk Wetboek).
Eis de overlegging van voornoemde stukken.
“Art.3...§ 5. De huurder kan de huurovereenkomst op ieder tijdstip beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. Indien de huurder de huurovereenkomst evenwel beëindigt tijdens de eerste driejarige periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar. Zolang het huurcontract niet geregistreerd is na de termijn van twee maanden bedoeld in artikel 32, 5°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, zijn zowel de in het eerste lid bedoelde opzeggingstermijn als de in het tweede lid bedoelde vergoeding niet van toepassing.”(Woninghuurwet).
‘Sinds 2006 huren wij een huis’
Uw huurovereenkomst kan dus geen einde meer nemen gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar,zodat u geen vergoeding meer schuldig bent bij opzegging.
“Art.5.Een eigenaar die een residentieel gebouw wil verhuren, moet over een energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen beschikken...Bij het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst verstrekt de eigenaar van het gebouw de huurder een kopie van een geldig energieprestatiecertificaat“.(11 JANUARI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de invoering van het energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen bij verkoop en verhuur en de uitvoering van de energieaudit).
‘Ook heb ik ergens gelezen dat bij het afsluiten van een contract een electriciteitsattest voorgelegd kan/moet worden zodat de verhuurden een idee heeft wat hij verbruikt.’
Ik leid hieruit af dat u hiermee eerder een energieprestatiecertificaat bedoelt. Voornoemd besluit van 2008 was evenwel niet van toepassing in 2006.
Art.2...§ 2. Met toepassing van de artikelen 1720, 1754 en 1755 van het Burgerlijk Wetboek op de huurovereenkomsten geregeld door deze afdeling, is de verhuurder verplicht tot alle herstellingen, andere dan de huurherstellingen...Deze bepalingen hebben een dwingend karakter...”(Woninghuurwet).
‘Ook zitten wij met de kranen van de verwarming. Van het moment dat we er aan draaide, braken zij binnenin af.’
Lees zelf voornoemde artikelen
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/