Pagina 1 van 1

Voor de rechten na 2 jaar?

Geplaatst: 10 jan 2012 13:52
door evgoeth
Hallo,

Hoeveel tijd heeft iemand, als hij werken heeft laten doen aan zijn woning (nieuw dak) om de uitvoerder daarvan voor de rechter te brengen (of eerst via aangetekende zending op de hoogte te brengen), als blijkt dat deze werking nog slechter zijn uitgevoerd dan amateuristisch?
Daarbij te vermelden dat ons dak voorjaar 2010 is gelegd en we in oktober 2010 nog steeds heen en weer aan het schrijven waren. Jammer genoeg facturen wel betaald ...

We hebben 2 jaar geen problemen gehad, en nu zitten we met stormschade en een andere firma die zegt dat ons dak een ramp is en we die firma hun verantwoordelijkheid moeten laten opnemen.

Re: Voor de rechten na 2 jaar?

Geplaatst: 10 jan 2012 15:20
door tombe
Ik dacht dat een erkende aannemer 10 jaar verantwoordelijk is. Maar pas op met verklaringen van concurrenten. Zo'n zaken worden snel gezegd. Een expert een kijkje laten nemen zou geen kwaad kunnen (de tegenpartij zal het toch ongetwijfeld op de stormschade gooien).

Re: Voor de rechten na 2 jaar?

Geplaatst: 12 jan 2012 09:58
door j.demoor
"Analoog past men dan de regel van artikel 1643 B.W....toe"(T.P.R.,1985, p.1257-1258).

‘Zichtbare gebreken worden gedekt zodra er definitieve aanvaarding is.’(Cass.,4 maart 1977,R.W.,1976-77,2413).

‘De goedkeuring van het werk door de opdrachtgever stelt de aannemer niet vrij van zijn aansprakelijkheid voor de verborgen gebreken,ook al tasten deze de stevigheid van het gebouw of een essentiëel bestanddeel ervan niet aan‘(Cass. 25 oktober 1985,R.W. 1988-89,670-675,noot VAN SCHOUBROECK,C.).

'Inzake aannemingsovereenkomsten oordeelt de rechter in feite en derhalve op onaantastbare wijze of de vordering op grond van verborgen gebreken tijdig is ingesteld.Art.1648 B.W. is niet toepasselijk op de aannemingsovereenkomst'(Cass. 15 september 1994,R.W. 1995-96,454).

'De termijn voor het instellen van een vordering wegens lichte verborgen gebreken die de stevigheid van het gebouw niet aantasten,bedraagt volgens een meerderheidsopvatting in de rechtspraak tien jaar'(Kh.Kortrijk 27 februari 1993,R.W. 1994-95,546).