Aanneming, deel niet-officiëel

dudie
Topic Starter
Berichten: 6

Aanneming, deel niet-officiëel

#1 , 08 aug 2010 19:28

We gaan winddicht bouwen met 1 aannemer. Tijdens de onderhandelingsfase heeft hij ons informatief gevraagd of we een % niet officiëel willen doen. We zijn hier nog niet op ingegaan en voor de rest werd hier niet meer over gepraat.
We hebben hier absoluut geen ervaring mee en vragen ons af hoe zo'n aannemer dan te werk gaat ? En wat kunnen de gevolgen zijn ?

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
j.demoor
Berichten: 10360

#2 , 10 aug 2010 08:59

“Art.1.Deze wet is toepasselijk op iedere overeenkomst tot eigendomsovergang van een te bouwen of in aanbouw zijnde huis of appartement, alsmede op iedere overeenkomst waarbij de verbintenis wordt aangegaan om een zodanig onroerend goed te bouwen, te doen bouwen of te verschaffen, mits het huis of het appartement tot huisvesting of tot beroepsdoeleinden en huisvesting is bestemd en de koper of de opdrachtgever volgens de overeenkomst verplicht is vóór de voltooiing van het gebouw een of meer stortingen te doen...”(9 JULI 1971. - Wet tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen=Wet Breyne).

Opdat de Wet Breyne (Woningbouwwet) van toepassing zou zijn, dient de aannemer de verplichting op zich te nemen het onroerend goed te voltooien. Dit betekent dat deze wet NIET van toepassing is, wanneer er enkel de verplichting bestaat de ruwbouw af te leveren(cf. A. VERBEKE De Wet Breyne sans gêne,Larcier).

‘We gaan winddicht bouwen’ houdt in dat u de bescherming van de Wet Breyne verliest omdat die bouw het onroerend goed niet voltooid.

“Art.51bis.§ 1. De medecontractant van de schuldenaar(=uw aannemer) van de belasting : 1° krachtens artikel 51, § 1, 1°, en §§ 2 en 4, is met deze tegenover de Staat hoofdelijk gehouden tot voldoening van de belasting wanneer de factuur of het als zodanig geldend stuk, waarvan het uitreiken is voorgeschreven door de artikelen 53 en 54 of door de ter uitvoering ervan genomen besluiten, niet werd uitgereikt of een onjuiste vermelding bevat ten aanzien van...de aard of de hoeveelheid van de geleverde goederen of verstrekte diensten of de prijs of het toebehoren ervan...”(Wetboek BTW 3 juli 1969).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/

Reclame

Terug naar “Aanneming”