Schuldenaren is iets uit een burgerlijke procedure (Gerechtelijk wetboek)
Die artikels gaan over de strafvordering . Wetboek StrafVordering regelt de strafrechtelijke procedure.
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_l ... et#LNK0008
Art. 35.<W 1999-01-14/41, art. 2, 021; Inwerkingtreding : 08-03-1999> (§ 1.) De procureur des Konings neemt alles in beslag wat een van de (in de artikelen 42 en 43quater) van het Strafwetboek bedoelde zaken schijnt uit te maken en alles wat dienen kan om de waarheid aan de dag te brengen; hij vraagt de verdachte zich te verklaren omtrent de in beslag genomen voorwerpen, die hem vertoond zullen worden; van een en ander maakt hij een proces-verbaal op, dat ondertekend wordt door de verdachte, of ingeval deze weigert, wordt daarvan melding gemaakt. <W 2002-12-24/31, art. 468, 035; Inwerkingtreding : 10-01-2003> <W 2007-05-10/63, art. 3, 052; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
§ 2. [1 ...]1
Art. 35ter.[1 § 1. [2 Ingeval er ernstige en concrete aanwijzingen bestaan dat de verdachte een vermogensvoordeel in de zin van de artikelen 42, 3°, of 43quater, § 2, van het Strafwetboek heeft verkregen, en de zaken die dit vermogensvoordeel vertegenwoordigen als zodanig niet of niet meer in het vermogen van de verdachte dat zich in België bevindt kunnen aangetroffen worden of zich hebben vermengd met wettige goederen, kan het openbaar ministerie beslag leggen op andere zaken die zich in het vermogen van de verdachte bevinden ten belope van het vermoedelijke bedrag van voornoemd vermogensvoordeel. In zijn beslissing motiveert het openbaar ministerie de raming van dit bedrag en geeft het aan welke de ernstige en concrete aanwijzingen zijn die de inbeslagneming rechtvaardigen. Deze gegevens worden opgenomen in het proces-verbaal dat wordt opgemaakt naar aanleiding van de inbeslagneming.
Het eerste lid is ook van toepassing [3 op de zaken die gediend hebben of bestemd waren om het misdrijf te plegen alsook]3 op de zaken die het voorwerp zijn van de in het artikel 505 van het Strafwetboek bedoelde misdrijven.]2
§ 2. Goederen die ingevolge de artikelen 1408 tot 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek of ingevolge bijzondere wetten niet vatbaar zijn voor beslag, mogen in geen geval in beslag worden genomen.
§ 3. In geval van beslag op een onroerend goed of een schuldvordering wordt gehandeld overeenkomstig de vormvoorschriften die worden bepaald bij de artikelen 35bis en 37.