In het proces-verbaal wordt vermeld dat ik in overtreding ben volgens KB01.12.1975Art5 + 70.2.1.1 +E3, dus een bord met parkeer en stilstand verbod. Bij de vaststelling staat dat de wagen geparkeerd staat in een straat onderhevig aan het bord E3.Tevens staat de wagen met twee wielen op de stoep en is het zicht gedeeltelijk ontnomen aan een verkeerslicht. Deze twee laatsten worden niet weerhouden.
Echter het verkeersbord E3 waarvan sprake is vergezeld van een begeleidingsbord “wit met zwarte pijl omlaag” welke het einde aanduid van de reglementering. De wagen stond echter stil een 6tal meter voorbij dit vermelde verkeersbord met onderbord.
Mijn vraag is nu volgende de PV gaat over een overtreding tegen het bord E3. Voor mij is het echter duidelijk dat dit niet overeenkomt met de werkelijkheid dus kan ik voor die reden ook geen boete krijgen.
De wielen op de stoep en hinderen zicht verkeerslicht zijn niet weerhouden. Kan men als ik aantoon dat de PV niet coorect is dar de vermelde overtreding onwaar is een nieuwe PV krijgen voor de twee feiten die in het betreffende PV niet werden weerhouden?