Cassatie zegt: de rechter kan oordelen dat tussen 2 bestuurders die een manoeuvre uitvoeren de voorrang van rechts van toepassing is.
Er zijn intussen zoveel arresten die op hetzelfde wijzen, dat we rustig van een regel mogen spreken dat tussen manoeuvrerende bestuurders de voorrang van rechts geldt.
Maar er zijn omstandigheden dat de bestuurder die van rechts komt voor de andere bestuurder een onvoorzienbare hindernis is.
Dat is dan nog een aparter geval bij een al apart geval.
Cassatie ziet de
onvoorzienbaarheid van een andere weggebruiker immers als een
verschoningsgrond voor de voorrangsplicht bij maneuvers.
Er is geen reden dat ze dat niet ook zouden toepassen bij gelijktijdige maneuvers.
De bestuurder die van rijstrook verandert kan niet voorzien dat dit geparkeerde voertuig plots de rijbaan op zal rijden.
Waarom niet
Als beide bestuurders de richtingaanwijzer gebruiken en beiden elkaar kunnen zien, is er echter geen enkele reden waarom het veranderen van rijstrook wel voorzienbaar zou zijn, en het verlaten van een parkeerplaats niet ...
Mij is een geval bekend waarin in een dergelijke situatie de advocaat van de bestuurder die de parkeerplaats verliet pleitte dat zijn clënt genoot van de voorrang van rechts. De rechtbank heeft deze bestuurder toch aansprakelijk gesteld omdat hij voor de bestuurder die van rijstrook veranderde een onvoorzienbare hindernis was, terwijl omgekeerd deze bestuurder voor de bestuurder die de parkeerplaats verliet wel een voorzienbare hindernis was.
En is daar beroep tegen aangetekend, eventueel Cassatie ?
Al is dat laatste wat lastiger natuurlijk, want dan gaat het om het oordeel van de rechter waar die vrij in is, en zal het beroep voorzichtig geformuleerd moeten worden.
Soit, we hebben hier een geval waar slechts 1 bestuurder een maneuver uitvoert.