Ja als het een GAS boete is. Gezien een aantal artikels uit het strafwetboek komen vb overtredingen van xste categorie
Als het een retributie is (parkeren) en ook gezien een parkeerbedrijf GEEN GAS-bevoegheid hebben (GAS is gemeentelijk politiereglement) is het volgens mij vrederechter.
Een inbreuk op retributie is een burgerlijk geschil
zie reglement gapaAntwerpen
""""Als u bezwaar aantekent tegen een retributie, zal u geen dwangbevel ontvangen vooraleer u een antwoord heeft gekregen. De klantendienst van het Parkeerbedrijf engageert zich om elk bezwaar grondig te onderzoeken en elke klant een duidelijk antwoord te verschaffen. Als uw argumenten worden aanvaard, wordt uw retributie geannuleerd. Als in het gefundeerde antwoord van het Parkeerbedrijf staat dat de retributie te betalen blijft, wordt de inningsprocedure verdergezet. U doet er goed aan te betalen indien u terecht een parkeerretributie heeft ontvangen. Wil u na het dwangbevel nog steeds niet betalen,
dan kan u verzet aantekenen bij de burgerlijke rechtbank.
Voor de retributies uitgeschreven voor 2010 wordt de vorige procedure nog aangewend. Deze dossiers worden bij niet-betaling en na het versturen van twee aanmaningen overgeheveld naar een deurwaarder. De deurwaarder stuurt op zijn beurt nog een aanmaning.
Als hier geen betaling op volgt, daagt het Parkeerbedrijf de retributieplichtige voor de vrederechter. Het dwangbevel dat voor onbetaalde retributies uitgeschreven vanaf 2010 gebruikt wordt, heeft dezelfde juridische waarde als een dergelijk vonnis. """
en verder als voorbeeld.
http://www.parkereninantwerpen.be/files ... lement.pdf" onclick="window.open(this.href);return false;
zeker de juridische motivatie wet 16 maart 1968
art 29
§ 2. De andere overtredingen van de reglementen uitgevaardigd op grond van deze gecoördineerde wetten zijn overtredingen van de eerste graad en worden gestraft met een geldboete van 10 euro tot 250 euro.
Het in voormelde reglementen omschreven parkeren met beperkte parkeertijd, betalend parkeren en parkeren op plaatsen voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart worden niet strafrechtelijk bestraft, behoudens het halfmaandelijks beurtelings parkeren, de beperking van het langdurig parkeren, en bedrog met de parkeerschijf.
Het niet meer
strafrechtelijk bestrafte parkeren bedoeld in het tweede lid kan, tot een datum bepaald door de Koning, door de agenten van politie worden vastgesteld met het oog op de vestiging van een parkeerretributie of -belasting, verschuldigd krachtens de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren.