#4 , 18 mei 2011 18:39
Neen, u wordt dan gedagvaard of opgeroepen en vanaf dan hebt u 8 dagen.
Wat in andere landen toegelaten is doet er niet toe het is de Belgische wet die telt
zie ook
Titel IV: Strafbepalingen en veiligheidsmaatregelen
Hoofdstuk Vbis : Andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden (strafbepalingen)
Alle hieronder vermelde bedragen moeten vermenigvuldigd worden met 5,5 opdeciemen!
Voorbeeld: 50 euro = 50 x 5,5 = 275 euro
Artikel 37bis
§ 1. Wordt gestraft met een geldboete van 200 euro tot 2.000 euro :
1° hij die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt, of een bestuurder begeleidt met het oog op scholing, wanneer de speekselanalyse bedoeld in artikel 62ter, § 1, of de bloedanalyse bedoeld in artikel 63, § 2 de aanwezigheid in het organisme aantoont van minstens een van de volgende stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden :
Delta-9-tetrahydrocannabinol (THC)
Amfetamine
Methyleendioxymethylamfetamine (MDMA)
Morfine of 6-acetylmorfine
Cocaïne of benzoylecgonine
en waarvan het gehalte gelijk is aan of hoger dan het gehalte bepaald in artikel 62ter, § 1, voor de speekselanalyse en in artikel 63, § 2, voor de bloedanalyse;
2° hij die een persoon die duidelijke tekenen vertoont van invloed als gevolg van gebruik van één van de stoffen bedoeld in 1° van deze paragraaf, aanzet of uitdaagt tot het besturen van een voertuig of een rijdier of tot het begeleiden met het oog op de scholing;
3° hij die aan een persoon die duidelijke tekenen vertoont van invloed als gevolg van gebruik van één van de stoffen bedoeld in 1° van deze paragraaf, een voertuig toevertrouwt om het te besturen of om te begeleiden met het oog op de scholing of een rijdier toevertrouwt;
4° hij die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt of een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing gedurende de tijd dat dit hem krachtens artikel 61ter, § 1 en § 2, verboden is;
5° hij die, zonder wettige reden, geweigerd heeft zich te onderwerpen :
aan de speekseltest bedoeld in artikel 61bis, § 2, 2°,
aan de speekselanalyse bedoeld in 62ter, § 1 of aan de bloedproef bedoeld in artikel 63, § 2;
6° hij die het rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs waarvan hij houder is, in het geval bedoeld in artikel 61quater, niet heeft afgegeven, of het ingehouden voertuig of rijdier heeft bestuurd.
§ 2. Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van 400 euro tot 5.000 euro of met een van die straffen alleen, en met het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor ten minste drie maanden en ten hoogste vijf jaar of voorgoed wordt gestraft hij die, na een veroordeling met toepassing van een bepaling van § 1, deze bepaling binnen drie jaar opnieuw overtreedt. In geval van een nieuwe herhaling binnen de drie jaar na de tweede veroordeling kunnen de hierboven bepaalde gevangenisstraffen en geldboetes worden verdubbeld.
en
Artikel 38
§ 1. De rechter kan het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig uitspreken :
1° indien hij veroordeelt wegens overtreding van de artikelen 34, 37, 37bis, § 1er, of 62bis;
2° indien hij veroordeelt wegens een verkeersongeval te wijten aan het persoonlijk toedoen van de dader en de veroordeling wordt uitgesproken wegens doding of verwonding;
3° indien hij veroordeelt wegens een van de overtredingen van de tweede of de derde graad, zoals bedoeld in artikel 29, § 1;
3°bis indien hij veroordeelt wegens het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid bepaald in de reglementen uitgevaardigd op grond van deze gecoördineerde wetten, op basis van artikel 29,§ 3, wanneer :
de toegelaten maximumsnelheid met meer dan 30 kilometer per uur en hoogstens 40 kilometer per uur overschreden wordt, of :
de toegelaten maximumsnelheid met meer dan 20 kilometer per uur en hoogstens 30 kilometer per uur overschreden wordt in een bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, erf of woonerf.
4° indien hij veroordeelt wegens enige overtreding van deze wet en van de reglementen uitgevaardigd ter uitvoering ervan en de schuldige binnen het jaar vóór de overtreding driemaal hieromtrent werd veroordeeld;
5° indien hij veroordeelt wegens overtreding van de artikelen 30, § 1 of 33, § 1, 33, § 3, 1°.
De vervallenverklaringen uitgesproken krachtens deze paragraaf bedragen ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar; zij kunnen evenwel uitgesproken worden voor een periode van meer dan vijf jaar of voorgoed indien de schuldige binnen de drie jaar vóór de overtredingen bedoeld in 1° en 5°, veroordeeld is wegens een van deze overtredingen.
§ 2. Indien de rechter tegelijkertijd veroordeelt wegens een overtreding van artikel 419 van het Strafwetboek en wegens een overtreding van de artikelen 29, § 1 en § 3, 34, § 2, 35 of 37bis, § 1, van deze gecoördineerde wetten, zal het verval van het recht tot sturen worden uitgesproken voor een duur van ten minste 3 maanden.
Het herstel in het recht tot sturen is afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid.
Indien hij tegelijkertijd veroordeelt wegens een overtreding van artikel 419 van het Strafwetboek en wegens een overtreding van de artikelen 36 of 37bis, § 2, van deze gecoördineerde wetten, zal het verval van het recht tot sturen worden uitgesproken voor een periode van ten minste 1 jaar.
Het herstel in het recht tot sturen is afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid.
Indien hij tegelijkertijd veroordeelt wegens een overtreding van artikel 420 van het Strafwetboek en wegens een overtreding van de artikelen 36 of 37bis, § 2, van deze gecoördineerde wetten, zal het verval van het recht tot sturen worden uitgesproken voor een periode van ten minste 6 maanden.
Het herstel in het recht tot sturen is afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid.
§ 2bis. De rechter kan lastens iedere bestuurder houder van een rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs, bevelen dat het effectief verval enkel wordt uitgevoerd:
van vrijdag om 20 uur tot zondag om 20 uur;
van 20 uur op de vooravond van een feestdag tot 20 uur op die feestdag.
§ 3. De rechter kan het herstel in het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor een of meer van de hiernavermelde examens en onderzoeken:
1° een theoretisch examen;
2° een praktisch examen;
3° een geneeskundig onderzoek;
4° een psychologisch onderzoek.
5° specifieke scholingen bepaald door de Koning.
De examens en onderzoeken bedoeld in deze paragraaf zijn niet van toepassing op de houders van een buitenlands rijbewijs die niet voldoen aan de door de Koning bepaalde voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te kunnen verkrijgen.
§ 4. De rechter moet het herstel in het recht tot sturen van de vervallenverklaarde uit hoofde van een veroordeling wegens overtreding vermeld in § 1, 1° van dit artikel, en die bovendien lijdt aan een lichaamsgebrek of een aandoening zoals bepaald door de Koning ter uitvoering van artikel 23, 3", afhankelijk maken van het bewijs door de vervallenverklaarde dat hij dit lichaamsgebrek of deze aandoening niet meer vertoont.
Daartoe dient deze laatste een verzoek in bij een aan het openbaar ministerie gericht verzoekschrift voor het gerecht dat het verval heeft uitgesproken. Tegen de uitspraak van dit gerecht staat geen hoger beroep open.
Wordt het verzoek afgewezen dan kan geen nieuw verzoek worden ingediend vóór een termijn van zes maanden, te rekenen van de datum der afwijzing, is verstreken.
In geval van overtreding van de artikelen 30, § 1, 3°, 35, 36 of 37bis, § 2, moet het herstel in het recht tot sturen afhankelijk worden gemaakt van het slagen voor de onderzoeken bedoeld in § 3, 3° en 4°.
§ 5. De rechter moet het verval van het recht tot sturen uitspreken en het herstel van het recht tot sturen minstens afhankelijk maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen indien hij veroordeelt wegens een overtreding begaan met een motorvoertuig die tot een verval van het recht tot sturen kan leiden en de schuldige sinds minder dan twee jaar houder is van het rijbewijs B.
Het eerste lid is niet van toepassing op artikel 38, § 1, 2°, in geval van een verkeersongeval met enkel lichtgewonden.
Het eerste lid is niet van toepassing op de overtredingen van de tweede graad, zoals bedoeld in artikel 29, § 1.
Artikel 39
Indien ingevolge samenloop van misdrijven de bij deze gecoördineerde wetten bepaalde vrijheidsstraffen en geldboeten niet uitgesproken worden, is dit nochtans wel het geval voor het verval van het recht tot sturen onder de voorwaarden als bepaald in deze wetten.
Artikel 40
Elk verval dat als straf is uitgesproken, gaat in de vijfde dag na die waarop het openbaar ministerie de kennisgeving aan de veroordeelde heeft gedaan.
Artikel 41
In de gevallen waarin de rechter in toepassing van deze wet een verval van het recht tot sturen uitspreekt, moet hij, indien hij gebruik wenst te maken van artikel 8, § 1 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie een effectief gedeelte opleggen van minimum acht dagen.
Wet 16.03.1968
Wijzigingen Wet 16.03.1968
- Wet 28-04-2010 - B.S. 10-05-2010
- Wet 31-07-2009 - B.S. 15-09-2009
- Erratum
- Wet 12-07-2009 - B.S. 15-09-2009
- Wet 23-12-2008 - B.S. 31-12-2008
- Vl. Decreet 16-05-2008 - B.S. 10-06-2008
- Wet 04-06-2007 - B.S. 26-07-2007 (2x)
- Wet 21-04-2007 - B.S. 26-07-2007
- Wet 26-03-2007 - B.S. 09-05-2007
- Wet 20-03-2007 - B.S. 06-04-2007
- Wet 01-04-2006 - B.S. 10-05-2006
- Wet 06-12-2005 - B.S. 21-12-2005
- Wet 20-07-2005 - B.S. 11-08-2005
- Inwerkingtreding bepaald door
K.B. 08-06-2007 (B.S. 27-06-2007)
- Inwerkingtreding bepaald door
K.B. 22-03-2006 (B.S. 27-03-2006)
- Erratum - B.S. 30-03-2006
- Wet 05-08-2003 - B.S. 07-08-2003 (art. 35)
- Wet 07-02-2003 - B.S. 25-02-2003
- Decreet Vlaamse Raad van 19-07-2002
B.S. 31-08-2002 (art. 44)
- K.B. 20-07-2000 - B.S. 30-08-2000
- Wet 16-03-1999 - B.S. 30-03-1999
- Wet 08-12-1998 - B.S. 03-02-1999 (art. 41)
- Wet 04-08-1996 - B.S. 12-09-1996
- Wet 08-12-1992 - B.S. 18-03-1993
- Wet 20-07-1991 - B.S. 01-08-1991
- Wet 18-07-1990 - B.S. 08-11-1990
- Wet 21-06-1985 - B.S. 13-08-1985
- Wet 29-02-1984 - B.S. 03-04-1984
Secties
Koninklijke besluiten
Ministeriële besluiten
Wetten
Europese regelgeving
Decreten en besluiten
Ministeriële omzendbrieven
COL
Gegroepeerde wetgeving