‘B.11.2. Met betrekking tot de toepassing van de wet van 22 februari 1965, vóór de vermelde wijziging, heeft het Hof van Cassatie in twee arresten van 29 mei 2009 geoordeeld :
« Door aan een particulier een concessie te geven voor de materiële organisatie van het betaald parkeren en hem de controle toe te vertrouwen van het naleven van het parkeerreglement, delegeert de gemeente niet haar bevoegdheid aan een derde maar beheert zij een openbare dienst op de wijze die haar het meest geschikt lijkt » (C.08.0129.N, punt 10).
« Uit het feit zelf dat krachtens de voormelde wet van 22 februari 1965 de gemeenteraden gemachtigd zijn parkeerheffingen uit te voeren en dat concessies vereist zijn om deze heffingen effectief uit te voeren wanneer de gemeente hiertoe niet de nodige administratieve sterkte heeft, vloeit voort dat de concessionaris de opdracht moet kunnen krijgen de parkeerheffingen te innen en de opbrengst hiervan te ontvangen voor rekening van de gemeente » (C.08.0129.N, punt 11).
« [Artikel 10 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, zoals van toepassing vóór zijn opheffing bij wet van 7 maart 2007] belet niet dat een gemeente bestuursdocumenten ter beschikking stelt van een vennootschap in zoverre dat nodig is om die vennootschap toe te laten de openbare dienst te verlenen, waartoe zij zich in het kader van een concessie van openbare dienst verbonden heeft » (C.08.0130.N, punt 7).’(Grondwettelijk Hof 59/2010,27 mei 2010,
http://www.const-court.be/).
Bij niet-betaling kan het ’Parkeerbeheer’ u dus daartoe doen veroordelen door de rechter.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/