#4 , 19 jul 2010 18:24
Het retentierecht:
"Op grond van art. 4.4 Wegcode, kan de politie, ambtshalve, op risico en kosten van de bestuurder voor de verplaatsing van stilstaande of geparkeerde voertuigen, zorgen, maar enkel op voorwaarde dat daartoe ernstige en wettige redenen voorhanden zijn.
Het bedrijf dat een voertuig aldus, op last van een bevoegd persoon, weggesleept heeft, begaat een fout wanneer het in die omstandigheden een retentierecht op het voertuig uitoefent totdat de slepingskosten door de bestuurder betaald zouden worden, en kan bijgevolg ten opzichte van deze laatste tot schadevergoeding worden veroordeeld." (Vred. Brussel (1) 27 november 1986 Verkeersrecht 1987, 121.)
"[...] met betrekking tot een eventueel retentierecht van de takeldienst op het voertuig of op een gedeelte daarvan, zijn wij van oordeel dat daarvan enkel sprake kan zijn als tussen degene wiens voertuig is verplaatst en degene die het heeft weggetakeld een contractuele of quasi contractuele rechtsverhouding (zaakwaarneming, verplichte bewaargeving, ... ) onstaat." (POSTAL, C., ALGOET, J., TUBETTI, J., VAN DEN HEUVEL, E., WOUTERS, K., [Verkeer] Algemeen gedeelte)
"1. Naar mijn mening is er inderdaad geen rechtsgrond om de garagehouder of het takelbedrijf een rechtstreekse vordering voor de strafrechter te verlenen om betaling van de wegsleepkosten te verkrijgen.
Er is immers, in feite, geen contractuele band tussen het takelbedrijf en de persoon die het weggesleepte voertuig bestuurde, maar wel tussen het takelbedrijf en de overheid die het wegslepen gelast heeft.
Bovendien dient er op gewezen te worden dat noch de garagehouder noch het takelbedrijf recht hebben op inhouding van het voertuig. Er bestaat geen retentierecht, bij het niet-betalen van de wegsleepkosten.
Het takelbedrijf moet zich dus in de eerste plaats wenden tot de overheid die het wegtakelen gelast heeft. De overheid treedt dan verder op tegen de betrokken bestuurder.
De procedure is weliswaar nogal omslachtig, maar dit nadeel is dus te wijten aan de afwezigheid van een contractuele band tussen diegene die belast is met de uitvoering van de opdracht en de vermeende overtreder.
2. Het artikel 4.4 van het algemeen verkeersreglement is terzake duidelijk: het schept de rechtsgrond voor het laten wegslepen van foutief geparkeerde voertuigen." (Antwoord van de Minister op vraag 428 van 6 juni 2001 van de heer Geert Bourgeois, Vragen en Antwoorden, Kamer, 24 september 2001, p. 10514.)
Je had de politie erbij moeten halen op dat moment.
Vaststellingsbevoegdheid van lijncontroleurs:
Art. 3, 12° Wegcode: "het personeel van de maatschappijen voor gemeenschappelijk vervoer bij de uitoefening van zijn dienst, belast met een mandaat van gerechtelijke politie en uitsluitend inzake de toepassing van de artikelen 5 en de verkeersborden C5 met onderbord "Uitgezonderd 2+" of "3+", F17 en F18, 72.5 en 72.6, 25.1.2° en 6°, 62ter alsook 77.8."
Art. 25.1.2° Wegcode: "Het is verboden een voertuig te parkeren: 2° op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een autobus-, trolleybus- of tramhalte aanwijst;"
De lijncontroleurs kunnen dus een proces-verbaal opstellen in dit geval.
Takelen:
4.4 Wegcode: "Elke bestuurder van een stilstaand of geparkeerd voertuig moet dit verplaatsen zodra hij daartoe door een bevoegd persoon aangemaand wordt.
Weigert de bestuurder of is hij afwezig, dan mag de bevoegde persoon ambtshalve voor de verplaatsing van het voertuig zorgen.
De verplaatsing gebeurt op risico en kosten van de bestuurder en de burgerlijk aanprakelijke personen, behalve wanneer de bestuurder afwezig is en het voertuig reglementair is geparkeerd.
Zonder het optreden van een bevoegd persoon kan dit recht in dezelfde omstandigheden, niet door een weggebruiker uitgeoefend worden."