Ik betwist een parkeerboete wegens onduidelijke situatie ter plaatse (ik parkeerde op een plaats met grondmarkeringen van een rolstoel, maar er is geen verkeersbord geplaatst - dus mag ik er zonder gehandicaptenkaart parkeren - op de plaats naast diegen waar ik parkeer staat wel een dergelijk bord, maar alleen op die plaats. Er zijn in totaal 5 parkeerplaatsen met grondmarkering, maar slechts 3 met een bord).
Toevallig toch niet in Lier
De bedoelde wegmarkering heeft in de wegcode geen betekenis gekregen.
Zonder bijhorend verkeersbord is er geen parkeerverbod.
De vraag is dan of de borden die er wel staan, ook een parkeerregeling opleggen op de andere plaatsen.
Een bord uit de E9x-reeks kan ook gelden voor een "parking" als geheel.
Maar het begrip "parking" is op zich niet gedefiniëerd in de wegcode, en de woordenboekenbetekenis is niet sluitend.
De rechter - die niet erg opgezet gaat zijn met uw nogal asociaal parkeren op die plaats - kan die onduidelijkheid tegen u gebruiken door dit geheel van parkeerplaatsen een parking te noemen ...
In principe gaat het dossier nu naar het Parket. Indien dit niet seponeert, kom ik voor de politierechter.
Het parket seponeert zelfs de meest pietluttige verkeersovertredingen doorgaans niet.
Van een totale overbelasting is op de meeste politieparketten geen sprake.
Hoe zit het dan met de boete? Wordt het bedrag van de minnelijke schikking behouden of bepaalt de politierechter het bedrag zelf.
De politierechter bepaalt zelf de straf.
Voor een tweedegraadsovertreding is ook een verval van het recht tot sturen mogelijk.
Zorg dus dat u zeer stevig in uw schoenen staat ...