Ik heb vandaag (24/07) een GAS-boete in de bus gekregen voor een parkeerovertreding: op de dijk van één van onze kustgemeentes was ik mijn bagage aan het uitladen naar het appartement, maar blijkbaar was ik zo dom om mijn auto telkens op slot te doen als ik richting het appartement (op de 10de verdieping) ging, waardoor een officier van politie geïnterpreteerd heeft (volgens de letter van de wet) dat ik mijn wagen geparkeerd had. De feiten wil ik hier niet betwisten, wel de timing van dit alles. Aangezien er regels zijn voor de gebruikers van het openbaar domein, zijn er ook regels die door de toezichters op deze regels moeten nageleefd worden. Vandaar de vraag of alles wel correct verlopen is
Op 1 juli zijn de feiten gebeurd en vastgesteld door een officier van politie. Art 22 bis 4° voor de kenners.
Op 2 juli is het proces verbaal opgemaakt door de officier van politie.
Op 16 juli is het pv overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar. En op dezelfde dag is brief opgemaakt waarin een GAS-boete gevorderd wordt van €58,00.
Op 24 juli ontvang ik een aangetekende zending. (ondanks een feestdag deze week , is dit toch rijkelijk laat, gezien de datum waarop deze is opgemaakt)
Ik zit met twee vragen.
1. Aangezien ik het pv gekregen heb 23 dagen na de feiten, 22 dagen na de opmaak ervan, heeft dit pv nog een bijzondere bewijslast?
2. Moet een GAS-boete ivm met stationeer- parkeerovertredingen niet binnen de 15 dagen verzonden worden (ondanks het opmaken op 16 juli, vermoed ik dat het aangetekend schrijven niet verzonden is op 16 juli, omdat ik deze vandaag (24/07) pas ontvangen heb, jammer dat er trouwens geen postdatum op het aangetekend schrijven staat.)
Alvast bedankt voor jullie antwoorden.