JuridischForum.be

Mijn vader erfde roerende goederen in vruchtgebruik van mijn overleden moeder.
Zijn inkomstengarantie voor ouderen (IGO) werd opnieuw berekend. Hierbij nam de Federale Pensioendienst 40 % (!) van het in vruchtgebruik geërfde bedrag in aanmerking als bestaansmiddelen die voortkomen uit roerende goederen, terwijl mijn vader op die erfenis daadwerkelijk zo goed als geen inkomsten zal ontvangen.
Het resultaat van de herberekening is dat zijn maandelijkse IGO met meer dan 200 EUR is gedaald. Voorheen volstond zijn pensioenbedrag al nauwelijks voor de betaling van de maandelijkse factuur van het woon-zorgcentrum.
Er is mogelijkheid om tegen deze beslissing beroep aan te tekenen bij de arbeidsrechtbank. Heeft dit zin?

Beste Maurits

Bij vruchtgebruik wordt er wettelijk rekening gehouden met 40 % van het roerend kapitaal. Dus, slechts 40 % van het bedrag dat uw vader als vruchtgebruiker erfde wordt als bestaansmiddel in aanmerking genomen.

Slechts een klein gedeelte van dit bedrag heeft een invloed op de IGO, omdat er geen rekening wordt gehouden met de eerste € 6.200.
Van de schijf tussen € 6.200 en € 18.600 (dus op maximaal € 12.400) wordt slechts 4 % in rekening gebracht. Er wordt 10 % in rekening gebracht van de bedragen boven € 18.600.

Later volgt er nog eens een algemene vrijstelling op het totaal bedrag van de bestaansmiddelen.

Deze inlichtingen zijn louter informatief.

Met vriendelijke groeten
Felix Van Cakenberghe
Pensioendeskundige DVZ A'pen

Bedankt voor jullie reactie!