eenheid van loopbaan

[pippo]

Ik ben geboren in januari 1958 en heb een gemengde loopbaan werknemer - ambtenaar.
Op 1 mei 2018 voldeed ik in beide pensioenstelsels aan de voorwaarden om op pensioen te gaan.
Ik was:
- 2074 dagen werkzaam als werknemer
- 10 maanden in legerdienst (loopbaanbreuk 1/60)
- 410 maanden ambtenaar in loopbaanbreuk 1/50.

Om na te gaan of ik voldeed aan de loopbaanvoorwaarde hanteerde de pensioendienst de (afbouwende) verhogingscoëfficiënt 1,1454 voor mijn gepresteerde maanden in loopbaanbreuk 1/50 (hetgeen correct is).

Bij de berekening van mijn werknemerspensioen werd mijn loopbaan beperkt tot 14.040 dagen en hanteerde de pensioendienst volgende berekeningswijze:
- 410/50 + 10/60 = 492/60 + 10/60 = 502/60 (wat neerkomt op een verhogingscoëfficiënt van 1,2 voor de 410 maanden in loopbaanbreuk 1/50)
- 502 maanden x 26 dagen/maand = 13.052 dagen
- 14.040 - 13.052 = 988 dagen
Er werden mij 988 dagen toegekend in de werknemersregeling en 1.086 dagen werden geschrapt.

Dus bij de bepaling van mijn loopbaanvoorwaarde gebruikte men de verhogingscoëfficiënt 1,1454 (hetgeen correct is), maar is het correct dat men bij de berekening van mijn werknemerspensioen vervolgens de loopbaanbreuk 1/50 gebruikt (hetgeen neerkomt op een verhogingscoëfficiënt van 1,2) en waardoor er dus meer dagen geschrapt werden ???

[Felix VC]

Beste

Om je totale loopbaan te bepalen, moet iedere loopbaan in openbare dienst op dezelfde breuk worden gebracht. Om van 1/50 naar een breuk van 1/60 te gaan, moet de betrokken loopbaan inderdaad met factor 1,2 worden vermenigvuldigd.

Daarbij is het niet zeker of deze dagen wel geschrapt worden.

Voor pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2019 wordt voor de berekening van de eenheid van loopbaan, rekening gehouden met de "globale" beroepsloopbaan. (Mijn excuses maar de creativiteit van onze ministers is groot).

Volgens deze nieuwe regels worden effectief gewerkte dagen niet geschrapt wanneer ze na de
14 040ste voltijdse dag vallen. Deze blijven dus pensioen opleveren.
De "globale" beroepsloopbaan is het totaal van de door gepresteerde dagen, waarbij een loopbaan als ambtenaar voorrang krijgt op een loopbaan als werknemer.
Concreet betekent dit dat uw loopbaan als werknemer, indien u deze presteerde vóór uw loopbaan als ambtenaar, naar achter wordt geschoven. Men begint uw loopbaan dus te tellen vanaf uw statuut als ambtenaar, en pas daarna uw jaren als werknemer. Hierdoor zal de 14.040ste dag in uw loopbaan als werknemer terecht komen. Hebt u na deze 14.040ste dag gewerkt als werknemer, dan worden deze effectief gewerkte dagen niet uit uw loopbaan verwijderd, maar krijgt u er toch pensioen voor. U kan hierdoor dus een pensioen verkrijgen voor een langere periode dan de eenheid van loopbaan.

Deze inlichtingen zijn louter informatief.

Met vriendelijke groeten
Felix Van Cakenberghe
Pensioendeskundige DVZ A'pen

[pippo]

Hartelijk dank voor uw antwoord.

Als ik het goed begrijp is het correct dat men twee berekeningssystemen hanteert wat betreft die 410 maanden aan loopbaanbreuk 1/50:
- voor het bepalen van mijn loopbaanvoorwaarde: 410 maanden x verhogingscoëfficiënt 1,1454 = 469,614 maanden (x 26 dagen zou resulteren in 12.210 gewerkte dagen),
- en dat met voor de berekening van de eenheid van loopbaan diezelfde 410 maanden vermenigvuldigd met 1,2 (hetgeen resulteert in 410 maanden x 1,2 x 26 dagen = 12.792 gewerkte dagen).

[Felix VC]

Beste

In principe is de verhogingscoëfficiënt in het pensioenstels van de vast benoemde ambtenaren ook 1,2. Maar sinds een aantal jaar wordt deze geleidelijk afgebouwd naargelag je loopbaanbreuk (tantième 1/50) en van het jaar waarin je met pensioen zou gaan.
In 2018 bedraagt deze verhogingscoëfficiënt 1,1454. In 2019 zal deze 1,1200 zijn.
Deze vermindering heeft te maken met het "pensioenrecht": het recht om vervroegd met pensioen te kunnen gaan. Door de vermindering van deze verhogingscoëfficiënt zal de vroegst mogelijke ingangsdatum van het rustpensioen wat verlaten.

Om de vroegst mogelijke pensioendatum als werknemer te kennen, wordt er geen rekening gehouden met een verhogingscoëfficiënt voor je loopbaan als ambtenaar.

Dit heeft tot gevolg dat sommige statutaire ambtenaren die een gemengde loopbaan bewijzen (werknemer & ambtenaar) het pensioen als ambtenaar vroeger kunnen laten ingaan dan hun pensioen als werknemer.

Voor het pensioenbedrag wordt er wel rekening gehouden met de eenheid van loopbaan, waarbij in het pensioenstelsel van de werknemers wel rekening wordt gehouden met een verhogingscoëfficiënt van 1,2.

Deze inlichtingen zijn louter informatief.

Met vriendelijke groeten
Felix Van Cakenberghe
Pensioendeskundige DVZ A'pen

[pippo]

Hartelijk dank voor uw reactie.
Ik heb antwoord op de vraag die me bezig hield.