#2 , 09 jul 2018 16:22
Beste Linda
Vervangingsinkomsten (zoals werkloosheid, maar ook ziekte- en invaliditeitsuitkeringen uitbetaald door een ziekenfonds) kunnen slechts worden uitbetaald tot en me de maand waarin de wettelijke pensioenleeftijd wordt bereikt. Dit is wettelijk bepaald.
Uw echtgenoot is 65 geworden in juni 2018. Dit is ook de laatste maand waarvoor een invaliditeitsuitkering door zijn ziekenfonds kan worden uitbetaald. Het is dus niet mogelijk om deze uitkering verder te laten uitbetalen.
Het minimumpensioen voor een alleenstaande (gehuwde partner heeft dan een eigen inkomen) bedraagt momenteel 1.212,35 euro voor een werknemer of zelfstandige. Hiervoor moet men wel een loopbaan van 45 jaar bewijzen. Op basis van het pensioenbedrag dat uw man vanaf deze maand ontvangt, bewijst hij waarschijnlijk een beroepsloopbaan van 42 of 43 kalenderjaren. Indien dit het geval is, werd zijn pensioenbedrag al verhoogd.
Dat de invaliditeitsuitkering van uw man (een stuk) hoger was dan zijn pensioen, kan één van volgende redenen hebben:
1) ofwel bent u huisvrouw, en hebt u zelf geen inkomen. In deze situatie heeft uw echtgenoot recht op een gezinspensioen, en zou dit (rekening houdend met een loopbaan van 42 jaar) € 1.414 moeten bedragen.
2) ofwel bent u werkloos en ontvangt u een kleine werkloosheidsvergoeding (mogelijk was u vroeger deeltijds tewerkgesteld). De ZIV-reglementering kent een aantal uitzonderingsregels waardoor in dergelijke situatie uw echtgenoot toch een uitkering als gezinshoofd ontving.
De pensioenreglementering kent geen categorie "gezinshoofd".
U zou eventueel afstand kunnen doen van uw vervangingsinkomen, ten voordele van een gezinspensioen aan uw echtgenoot. Dit is enkel voordelig indien uw vervangingsinkomen lager is dan € 200 per maand.
Indien u zelf over een slechts beperkt inkomen beschikt, kan uw echtgenoot een aanvraag indienen voor een Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO). Dit is een financieel supplement dat bij het pensioen kan worden uitbetaald.
Om hierop recht te hebben moeten niet alleen de inkomsten beperkt zijn, maar moeten ook alle andere mogelijke bestaansmiddelen (bvb spaargelden en/of beleggingen) zeer beperkt zijn. De pensioenkas zal namelijk eerst een grondig bestaansmiddelenonderzoek doen naar uw bestaansmiddelen als koppel.
Informatie over deze IGO kan u verkrijgen op de sociale dienst van uw ziekenfonds, of op de sociale dienst van het OCMW of Sociaal Huis van uw gemeente.
Deze inlichtingen zijn louter informatief.
Met vriendelijke groeten
Felix Van Cakenberghe
Pensioendeskundige DVZ A'pen