#4 , 06 mei 2018 06:50
Beste,
Art. 37/6. [1 Indien het ontslag gegeven wordt om aan de voor onbepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst een einde te maken vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, bedraagt de opzeggingstermijn maximaal zesentwintig weken wanneer het ontslag van de werkgever uitgaat.
Wanneer de opzegging wordt gegeven aan de werknemer bedoeld in het eerste lid, geniet deze het voordeel van het bepaalde in artikel 41.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2013-12-26/08, art. 7, 080; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art. 41.[1 § 1. Tijdens de opzeggingstermijn mag de werknemer, binnen de grenzen bepaald in de paragrafen 2 tot 4, met behoud van loon van het werk wegblijven om een nieuwe dienstbetrekking te zoeken.
§ 2. Tijdens de laatste zesentwintig weken van de opzeggingstermijn mag de werknemer van dit recht om van het werk afwezig te zijn een- of tweemaal per week gebruik maken mits de duur van deze afwezigheid in totaal niet meer dan een arbeidsdag per week bedraagt. Tijdens de voorafgaande periode mag hij slechts één halve dag per week afwezig zijn.
§ 3. In afwijking van paragraaf 2, mag de werknemer die geniet van een outplacementbegeleiding bedoeld in hoofdstuk V van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, tijdens de volledige duur van de opzeggingstermijn een- of tweemaal per week van het werk afwezig zijn mits de duur van deze afwezigheid in totaal niet meer dan een arbeidsdag per week bedraagt.
§ 4. De bepalingen van de paragrafen 2 en 3 zijn van toepassing op de deeltijds tewerkgestelde werknemer, evenwel in verhouding tot de duur van zijn arbeidsprestaties.]1
----------
(1)<W 2013-12-26/08, art. 16, 080; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
PENSIOEN
Opzegging nodig
Het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd heeft niet als gevolg dat de arbeidsovereenkomst eindigt. Wel integendeel, een werknemer heeft het recht om ook na de pensioengerechtigde leeftijd verder te blijven werken. Er moet dus een einde gesteld worden aan de arbeidsovereenkomst. Dat kan gebeuren door opzegging door de werkgever, door opzegging door de werknemer of in onderling akkoord.
Als een werknemer zijn arbeidsovereenkomst wil opzeggen, moet hij gewoon de wettelijke opzeggingstermijn eerbiedigen. Voor de werkgever heeft de wetgever een uitzondering voorzien (art. 37/6 Wet arbeidsovereenkomsten) . Een werkgever die een werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken, wenst te ontslaan, hoeft geen normale wettelijke opzeggingstermijn te betekenen, maar slechts een verkorte opzeggingstermijn van 26 weken, op voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst ten vroegste ten einde komt op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de betrokken werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft.
Verbrekingsvergoeding
U moet uiteraard rekening houden met deze voorwaarde om het tijdstip te bepalen waarop u de opzegging ten vroegste kunt betekenen. Eindigt de opzeggingstermijn niet ten vroegste op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, dan mag u geen verkorte opzeggingstermijn betekenen. Doet u dat toch, dan mag de betrokken werknemer deze niet-geldige opzegging beschouwen als een verbreking van de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang en met betaling van de normale verbrekingsvergoeding. Die verbrekingsvergoeding dekt dan het loon van de wettelijke (niet-verkorte) opzeggingstermijn berekend op basis van de anciënniteit van de werknemer.
Thieu Rutten
pensioendeskundige.