#2 , 03 feb 2018 06:24
Beste,
Art. 10. In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust en overlevingspensioen voor werknemers, gewijzigd bij de wetten van 15 mei 1984 en van 20 juli 1990, wordt een derde lid ingevoegd, luidend als volgt : « Worden, in uitvoering van artikel 31 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet (I) van 24 december 2002, betreffende de harmonisering en de vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, eveneens gelijkgesteld met werknemers vanaf 1 januari volgend op het jaar wanneer ze de leeftijd van achttien bereiken, de leerlingen (of de stagiairs) wier leerovereenkomst of gecontroleerde leerverbintenis (of stage-overeenkomst in het kader van de vorming tot ondernemingshoofd) werd erkend overeenkomstig de voorwaarden bepaald bij de reglementering betreffende de voortdurende vorming van de middenstand en de leerlingen wier leerovereenkomst valt onder het toepassingsgebied van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingenwezen voor beroepen uitgeoefend door arbeiders in loondienst. Hetzelfde geldt voor jongeren die worden tewerkgesteld met een overeenkomst voor socio-professionele inpassing erkend door de Gemeenschappen en Gewesten, vanaf 1 januari van het jaar volgend op dat waarin ze de leeftijd van achttien bereiken. »
HOOFDSTUK VII. - Toepassingssfeer van de hoofdstukken V en VI Art. 16. De hoofdstukken V en VI zijn van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 oktober 2006. HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding Art. 17. Deze titel treedt in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 10 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2004.
Een Belgisch pensioen kan nooit ingaan op 31.01, het is altijd de eerste van de maand.
De vroegste pensioenleeftijd, is behalve specifieke uitzonderingen, voorzien op 60 jaar, dus de eerste van de maand volgend op de zestigste verjaardag.
2012 60 jaar 35 jaar /
2013 60,5 jaar 38 jaar 60 jaar, bij loopbaan van 40 jaar
2014 61 jaar 39 jaar 60 jaar, bij loopbaan van 40 jaar
2015 61,5 jaar 40 jaar 60 jaar, bij loopbaan van 41 jaar
2016 62 jaar 40 jaar 60 jaar, bij loopbaan van 42 jaar, 61 jaar, bij loopbaan van 41 jaar
2017 62,5 jaar 41 jaar 60 jaar, bij loopbaan van 43 jaar, 61 jaar, bij loopbaan van 42 jaar
2018 63 jaar 41 jaar 60 jaar, bij loopbaan van 43 jaar, 61 jaar, bij loopbaan van 42 jaar
2019 63 jaar 42 jaar 60 jaar, bij loopbaan van 44 jaar, 61 jaar, bij loopbaan van 43 jaar
Deze inlichtingen zijn louter informatief en onder alle voorbehoud. Er kunnen geen recht en aan verbonden worden.
Groetjes,
Thieu Rutten
pensioendeskundige.