#2 , 28 aug 2017 10:49
Reintje
Om recht te verkrijgen op een overlevingspensioen, moet je in principe minstens een jaar gehuwd zijn. Een tweede voorwaarde is dat je een minimale leeftijd moet bereiken. Zo moet, bij een overlijden dit jaar, de langstlevende partner minstens 46 jaar zijn. Deze leeftidsgrens wordt jaarlijks verhoogd tot 55 jaar in 2030. Voldoe je niet aan de leeftijdsvoorwaarde, dan kan je gedurende 12 maanden (24 maanden indien er nog kinderen ten laste zijn) een overgangsuitkering verkrijgen.
Overlijdt je huwelijkspartner vóór uw pensioenleeftijd, dan kan je een overlevingspensioen combineren met een beroepsinkomen. Je moet je beroepsinkomsten dan wel beperken tot een bij wet vastgelegd grensbedrag.
Combineren met een vervangingsinkomen (bvb werkloosheid, ziekte- of invaliditeitsuitkering, SWT, ...) is slechts mogelijk gedurende maximaal 12 maanden. Tijdens deze maanden wordt het vervangingsinkomen volledig uitbetaald, maar zakt het overlevingspensioen.
Hou er wel rekening mee dat er in beide gevallen redelijk veel belastingen moeten worden betaald.
Ben je zelf al met pensioen wanneer je huwelijkspartner overlijdt, dan blijf je je eigen pensioen behouden. Maar, dit kan eventueel aangevuld worden met een gedeelte van het overlevingspensioen dat je zou kunnen verkrijgen van je overleden huwelijkspartner. Is uw pensioen een stuk lager dan het pensioen van uw overleden huwelijkspartner, dan is de kans zeer groot dat je eigen pensioen wordt aangevuld met een overlevingspensioen. Is je eigen rustpensioen hoger dan het pensioen van je overleden huwelijkspartner, dan is de kans op een overlevingspensioen veel kleiner.
Deze inlichtingen zijn louter informatief.
Felix Van Cakenberghe
Pensioendeskundige DVZ A'pen