#6 , 27 feb 2017 22:07
Beste,
Ik sluit me bij mijn collega aan. Ik zou toch wel een hardnekkig misverstand uit de weg willen ruimen. Gezien het dossier van uw schoonvader ambtshalve zal onderzocht worden door de Federale pensioendienst bij het bereiken van de maximumleeftijd werkloosheidsuitkeringen, zal ook het dossier IGO ambtshalve onderzocht worden als het aanrekenbaar inkomen uit pensioen lager ligt dan het bedrag IGO. Het rustpensioen van uw schoonvader zal berekend worden op basis van zijn tewerkstelling en op basis van de gelijkgestelde periodes uit werkloosheid. Toch ben ik bereid om enkele rechtsregels uit te leggen.
De gerechtigde op de IGO moet tot één van de volgende categorieën van personen behoren:
Belg zijn;
Onder de verordening (EG) 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (zie punt 2.3.) vallen betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en werknemers zonder loondienst, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de gemeenschap verplaatsen, meer bepaald de onderdanen van één van de lidstaten, de staatlozen et de vluchtelingen in een lidstaat die onderworpen zijn of onderworpen zijn geweest aan de wetgeving van één of meerdere lidstaten alsook op hun gezinsleden en op hun nabestaanden;
De staatlozen die onder toepassing vallen van de Conventie betreffende het statuut van de apatriden, getekend in New York op 28 september 1954 en goedgekeurd bij wet van 12 mei 1960. De persoon met onbepaalde nationaliteit wordt gelijkgesteld met de staatloze;
De vluchtelingen bedoeld in artikel 49 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen of de genieters van de subsidiaire beschermingsstatus bedoeld in artikel 49/2 van dezelfde wet van 15 december 1980 (voor personen met subsidiaire beschermingsstatus treedt de IGO regelgeving in werking op 21/12/2013);
De onderdanen van een land waarmee België terzake een wederkerigheidsovereenkomst heeft afgesloten of het bestaan van een feitelijke wederkerigheid erkend heeft.
Deze landen zijn: Denemarken, Frankrijk, Groot Brittannië, Ierland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Zweden, Zwitserland
De personen van buitenlandse nationaliteit, op voorwaarde dat een recht op rust of overlevingspensioen krachtens een Belgische regeling werd geopend.
Met ingang van 1 juli 2012 moeten deze personen bovendien :
̴ ofwel beroep doen op het statuut van langdurig ingezetene in België dat volgt op een ononderbroken legaal verblijf van 5 jaar in België (artikel 15bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen) ofwel op het statuut van langdurig ingezetene in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap (titel II, hoofdstuk V van de voormelde wet van 15 december 1980).
̴ ofwel een loopbaan bewijzen van minimum 312 voltijdse dagequivalenten als werknemer in de zin van het koninklijk besluit nr 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, als zelfstandige in de zin van het koninklijk besluit nr 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen, als ambtenaar in België.
• voor de betaalbaarstelling van de IGO
De IGO is enkel betaalbaar indien betrokkene daadwerkelijk en bestendig in België verblijft.
Wordt met bestendig en daadwerkelijk verblijf in België gelijkgesteld:
• het verblijf in het buitenland gedurende ten hoogste 29 al dan niet opeenvolgende dagen per kalenderjaar
• het verblijf in het buitenland gedurende 30 al dan niet opeenvolgende dagen per kalenderjaar of langer, ten gevolge van een toevallige en tijdelijke opname in een ziekenhuis of een andere instelling voor zorgverstrekking
• het verblijf in het buitenland gedurende 30 al dan niet opeenvolgende dagen per kalenderjaar of langer, voor zover uitzonderlijke omstandigheden dit verblijf wettigen en op voorwaarde dat het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen hiertoe de toelating heeft verleend.
• Sanctie bij een verblijf van meer dan 29 dagen in het buitenland
Wanneer het verblijf in het buitenland de maximale toegelaten duur van 29 al dan niet opeenvolgende dagen per kalenderjaar overschrijdt, wordt de betaling van de IGO geschorst voor elke kalendermaand tijdens dewelke de gerechtigde niet ononderbroken in België verblijft en dit vanaf de maand tijdens welke de 29 dagen worden overschreden.
In alle andere situaties:
• De gerechtigde op de IGO moet de Rijksdienst voorafgaandelijk op de hoogte brengen van zijn voornemen om naar het buitenland te gaan, ongeacht de duur. In dat geval geniet hij van het vermoeden van goede trouw.
• De controle op het bestendig en daadwerkelijk verblijf gebeurt via de inschrijving in de bevolkingsregisters. Als iemand geen hoofdverblijfplaats heeft, voorziet de wet in de mogelijkheid om zich toch te laten inschrijven in het bevolkingsregister door middel van een referentieadres, hetzij bij een private persoon, hetzij bij het OCMW van de gemeente waar hij gewoonlijk verblijft.
In tegenstelling tot het leefloon, is er in de huidige stand van de wetgeving geen onderhoudsplicht bij de IGO. Bij de IGO zal er rekening gehouden worden met alle vormen van aanrekenbare bestaansmiddelen.
Ik raad u absoluut aan om wat meer vertrouwen te hebben in onze instellingen. Het lijkt me zeker geen overbodige luxe om zoals mijn collega, den Lowie, reeds voorstelt, om u te wenden tot het provinciaal kantoor van de Federale Pensioendienst dat het dossier van uw schoonvader beheert. U moet wel begrijpen dat mijn collega's van de Federale Pensioendienst pas echt een uitspraak kunnen doen als het bestaansmiddelenonderzoek is afgerond.
Lowie, ik heb wel geen glazen bol, maar ik wil vermijden dat enkele laconieke types hier munt uit zullen slaan om onze instellingen onderuit te halen.
Deze inlichtingen zijn louter informatief en onder alle voorbehoud. Er kunnen geen rechten aan verbonden worden.
Groetjes,
Thieu Rutten
pensioendeskundige.