#2 , 06 jan 2011 18:56
Geachte,
Ik wil hier toch wel enkele hardnekkige misverstanden uit de weg ruimen.
1° Indien gehuwd kan een huwelijkspartner enkel een rustpensioen in het selsel der werknemers en/of zelfstandige aan gezinsbedrag ontvangen als hij aan de leeftijdsvoorwaarde van 65 jaar voldoet of tussen 60 en 65 jaar, indien een eigen arbeidsverleden van minstens 35 jaar én de andere huwelijkspartner aan de betalingsvoorwaarde voldoet, zijnde activiteit beperkt tot de toegelaten grenzen en geen vervangingsinkomen.
2° In de siuatie van het gehuwd zijn, zal de niet-ambtenaar sowieso gerechtigd worden op een rustpensioen als werknemer/zelfstandige aan bedrag alleenstaande, doodeenvoudig omdat het inkomen van de ambtenaar naar alle waarschijnlijkheid de toegelaten grenzen overtreft en het toekenbaar ambtenarenpensioen bijna zeker hoger zijn dan het verschil tussen bedrag gezin en alleenstaande.
Dus één van beiden een rustpensioen werknemer/zelfstandige aan bedrag alleenstaande en de andere partner een rustpensioen als statutair ambtenaar, en/of uitgesteld loon, zoals het tot op heden in de rechtsregels wordt beschouwd.
3° In geval van wettige scheiding zal partner 1 zijn ambtenarenpensioen genieten en de andere partner een pensioen als werknemer en zelfstandige aan bedrag alleenstaande. Dus zelfde situatie. In geval van wettige scheiding kan de werknemer/zelfstandige enkel aanspraak maken op een overlevingspensioen op basis van de overheidsloopbaan van de ex-partner indien niet of niet meer hertrouwd. Dit is trouwens in dit forum reeds herhaalde malen aan bod gekomen.
Huwelijksvermogenstelsel heeft hier geen enkel uitstaans mee.
Kind ten laste heeft hier geen enkel uitstaans mee, tenzij voor de bepaling van toegelaten arbeid met of zonder kinderlast en voor de bepaling van de inhoudingen.
Ik meen u zo voldoende te hebben ingelicht.
Groetjes,
Thieu Rutten
pensioendeskundige.