of je kan stempelen hangt in de eerste plaats af van de voorwaarden:
Wanneer heb je recht op werkloosheidsuitkeringen?
Het is de RVA die beslist over je recht op werkloosheidsuitkeringen.
Je moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Ingeschreven zijn als werkzoekende bij de VDAB.
Een minimum aantal arbeidsdagen gepresteerd hebben. Deze dagen moeten liggen in de periode die de werkloosheid voorafgaat (=referteperiode).
Ben je jonger dan 36, dan moet je 312 dagen gepresteerd hebben (zesdagenweek) in een referteperiode van 18 maanden.
Ben je 36 tot 49 jaar, dan moet je 468 dagen gepresteerd hebben (zesdagenweek) in een referteperiode van 27 maanden.
Ben je 50 of ouder, dan moet je 624 dagen gepresteerd hebben (zesdagenweek) in een referteperiode van 36 maanden.
Arbeidsgeschikt zijn. Dit betekent dat je geen uitkeringen voor ziekte of arbeidsongeschiktheid van het ziekenfonds mag ontvangen.
Werkloos zijn buiten je eigen wil. Het mag niet jouw schuld zijn dat je ontslagen bent. Als je dus zelf ontslag neemt, heb je geen recht op werkloosheidsuitkeringen.
Geen inkomen hebben.
Hoeveel bedraagt de werkloosheidsuitkering?
Het bedrag van je uitkering wordt berekend op het geplafonneerd brutoloon dat je in de laatste 6 maanden gedurende tenminste 4 weken hebt ontvangen.
Ook je gezinstoestand en je werkloosheidsperiode bepalen de grootte van je uitkering.
Een werkloosheidsuitkering bedraagt minimaal 552,50 euro en maximaal 1025,75 euro per maand.
Meer info hierover vind je op de website van de RVA.
als TS in totaal maar 5 maanden heeft gewerkt heeft ze zowiezo geen recht op uitkering en is al de rest voorbarig en niet van toepassing