De relatie met mijn schoonouders is ernstig verzuurd waardoor er eigenlijk geen communicatie meer is tussen ons en hen. Ondanks deze moeilijkheden, hebben zij wekelijks omgang met hun kleinkind. Ze komen iedere zaterdag een uur bij ons thuis op bezoek waarbij zij ongestoord contact kunnen hebben met hun kleinkind (is peuter van 3).
In het voorjaar hebben we hen mondeling meegedeeld dat er een tweede kleinkind op komst was. De reactie hierop was op dat moment letterlijk nihil, maar werd enige dagen later gegeven via een brief van een advocaat waarbij zij contact bij hen thuis voor ons eerste kind eisten. Nog eens enkele weken later, hebben ze vervolgens een procedure opgestart op grond van art 375bis Bw waarbij zij eisen dat ons eerste kind iedere woensdag 6 uur bij hen komt. In die vordering geven zij overigens zelf aan dat zij hun kleinklind elke week mogen zien bij ons thuis.
De zaak is op vraag van beide partijen in de familierechtbank doorverwezen voor bemiddeling. De bemiddeling is spaak gelopen en bijgevolg zal de zaak toch door de jeugdrechter beslecht moeten worden.
Onze vraag is nu eigenlijk wat wij kunnen verwachten: Is het eigenlijk gebruikelijk dat grootouders die iedere week hun kleinkind zien op grond van deze wetgeving een zaak aanspannen om gewoon een omgangsregeling door een rechter vast te laten leggen en ook nog eens meer omgang eisen en bij hen thuis?
Ik weet dat iedereen zo vrij is te vragen aan een rechter wat hij wil, maar wat krijgt men meestal in zo'n geval? Doet de rechter een uitspraak ten gronde of doet hij de zaak af als niet ontvankelijk? Spreekt de rechter in zo'n geval een omgangsregeling uit (waarbij hij de bestaande regeling bevestigt of wijzigt) of spreekt hij er geen uit omdat er al contact is?
Kan een jeugdrechter vinden dat er, alhoewel er nu omgang is, wel degelijk een omgangsregeling moet uitgesproken worden 'in het belang van het kind' omdat er geen communicatie is tussen ouders/grootouders (de communicatie die er is beperkt zich sms'en over het eens verplaatsen van de gebruikelijke afspraak)?
Wij willen eigenlijk absoluut vermijden dat ons kind voor de rest van zijn jeugd gegijzeld wordt in één of andere strikt te volgen omgangsregeling die juridisch is opgelegd (voor de duidelijkheid het is niet dat wij als ouders het omgangsrecht in de toekomst wel zouden willen belemmeren, maar we willen niet dat ons kind niet meer zou kunnen kiezen wat hij in zijn vrije tijd gaat doen omdat hij net op dat moment verplicht naar zijn grootouders moet)
Tegen dat de zaak voorkomt, zal ons tweede kind er al (bijna) zijn. Kunnen zij hun huidige vordering uitbreiden tot ook het tweede kindje of is dat sowieso een andere zaak?
Bedankt voor jullie reacties,